Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. laatstgeboren:


Dutch

Detailed Translations for laatstgeboren from Dutch to English

laatstgeboren:

laatstgeboren [znw.] noun

  1. laatstgeboren
    the last; the last born

Translation Matrix for laatstgeboren:

NounRelated TranslationsOther Translations
last laatstgeboren achterste; benjamin; hekkensluiters; jongste; laatste; laatsten; laatstgeborene; leest; vorige
last born laatstgeboren benjamin; jongste; laatstgeborene
VerbRelated TranslationsOther Translations
last blijven; duren
ModifierRelated TranslationsOther Translations
last achterste; afgelopen; finaal; jongstleden; laatste; laatstelijk; laatstgenoemd; verleden; vorig

Related Words for "laatstgeboren":

  • laatstgeborenen