Summary


Dutch

Detailed Translations for meedoen from Dutch to English

meedoen:

meedoen verb (doe mee, doet mee, deed mee, deden mee, meegedaan)

  1. meedoen (deelnemen; participeren)
    to participate; to take part; to join in; to join; to co-operate
    • participate verb (participates, participated, participating)
    • take part verb (takes part, took part, taking part)
    • join in verb (joins in, joined in, joining in)
    • join verb (joins, joined, joining)
    • co-operate verb (co-operates, co-operated, co-operating)
  2. meedoen (meespelen)

Conjugations for meedoen:

o.t.t.
  1. doe mee
  2. doet mee
  3. doet mee
  4. doen mee
  5. doen mee
  6. doen mee
o.v.t.
  1. deed mee
  2. deed mee
  3. deed mee
  4. deden mee
  5. deden mee
  6. deden mee
v.t.t.
  1. heb meegedaan
  2. hebt meegedaan
  3. heeft meegedaan
  4. hebben meegedaan
  5. hebben meegedaan
  6. hebben meegedaan
v.v.t.
  1. had meegedaan
  2. had meegedaan
  3. had meegedaan
  4. hadden meegedaan
  5. hadden meegedaan
  6. hadden meegedaan
o.t.t.t.
  1. zal meedoen
  2. zult meedoen
  3. zal meedoen
  4. zullen meedoen
  5. zullen meedoen
  6. zullen meedoen
o.v.t.t.
  1. zou meedoen
  2. zou meedoen
  3. zou meedoen
  4. zouden meedoen
  5. zouden meedoen
  6. zouden meedoen
diversen
  1. doe mee!
  2. doet mee!
  3. meegedaan
  4. meedoend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for meedoen:

NounRelated TranslationsOther Translations
join aanvoegen; join
VerbRelated TranslationsOther Translations
be a cast member meedoen; meespelen
co-operate deelnemen; meedoen; participeren coöpereren; meewerken
join deelnemen; meedoen; participeren aaneenlassen; aaneenschakelen; aansluiten; bij elkaar brengen; bijdoen; bijeen komen; bijeenbrengen; bijsluiten; bijvoegen; binden; bundelen; combineren; concentreren; deelnemen; een combinatie maken; erbij komen; erbij voegen; in de val laten lopen; knevelen; knopen; koppelen; lassen; samenbrengen; samenkomen; samenvoegen; strikken; toevoegen; vastbinden; vastmaken; verbinden; voegen; zich voegen
join in deelnemen; meedoen; participeren
join in the game meedoen; meespelen
participate deelnemen; meedoen; participeren
play along with meedoen; meespelen
take part deelnemen; meedoen; participeren
ModifierRelated TranslationsOther Translations
join mede; mee

Related Definitions for "meedoen":

  1. samen met anderen iets doen1
    • mag ik meedoen met dat spel?1

Wiktionary Translations for meedoen:

meedoen
verb
  1. tegelijk met anderen iets doen
meedoen
verb
  1. to join in, to take part, to involve oneself

Related Translations for meedoen