Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. mollen:
  2. mol:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for mollen from Dutch to English

mollen:

mollen verb (mol, molt, molde, molden, gemold)

  1. mollen (kapotmaken; moeren)
    to destroy; to break; to wreck; to break into pieces
    • destroy verb (destroies, destroyed, destroying)
    • break verb (breaks, broke, breaking)
    • wreck verb (wrecks, wrecked, wrecking)
    • break into pieces verb (breaks into pieces, broke into pieces, breaking into pieces)

Conjugations for mollen:

o.t.t.
  1. mol
  2. molt
  3. molt
  4. mollen
  5. mollen
  6. mollen
o.v.t.
  1. molde
  2. molde
  3. molde
  4. molden
  5. molden
  6. molden
v.t.t.
  1. heb gemold
  2. hebt gemold
  3. heeft gemold
  4. hebben gemold
  5. hebben gemold
  6. hebben gemold
v.v.t.
  1. had gemold
  2. had gemold
  3. had gemold
  4. hadden gemold
  5. hadden gemold
  6. hadden gemold
o.t.t.t.
  1. zal mollen
  2. zult mollen
  3. zal mollen
  4. zullen mollen
  5. zullen mollen
  6. zullen mollen
o.v.t.t.
  1. zou mollen
  2. zou mollen
  3. zou mollen
  4. zouden mollen
  5. zouden mollen
  6. zouden mollen
en verder
  1. is gemold
  2. zijn gemold
diversen
  1. mol!
  2. molt!
  3. gemold
  4. mollend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for mollen:

NounRelated TranslationsOther Translations
break breuk; fractuur; lunch; lunchpauze; lunchtijd; middagpauze; onderbreking; ontsnapping; ontvluchting; pauze; rust; rustpauze; rustpoos; rusttijd; schafttijd; schaftuur; speelkwartier; tussenpoos; uitbraak; uitbreken; verpozing
wreck bouwvallen; ruïne; ruïnes; scheepswrak; vervallen gebouw; wrak
VerbRelated TranslationsOther Translations
break kapotmaken; moeren; mollen aan stukken breken; aan stukken slaan; breken; in stukken breken; ingooien; inslaan; kapot maken; kapotbreken; kapotgaan; kapotslaan; knakken; licht worden; lichten; met opzet kapotmaken; onklaar raken; slechten; stukbreken; stukgaan; stukslaan; verbrijzelen; zich misdragen
break into pieces kapotmaken; moeren; mollen breken; in stukken breken; kapotbreken
destroy kapotmaken; moeren; mollen afbreken; breken; iets vergallen; neerhalen; omverhalen; slopen; te gronde richten; uit elkaar halen; uitroeien; verdelgen; verknoeien; vernielen; verwoesten
wreck kapotmaken; moeren; mollen afbreken; breken; neerhalen; omverhalen; ruineren; slopen; uit elkaar halen; vernielen; vernietigen; verwoesten

Related Words for "mollen":


mol:

mol adj

  1. mol
    flat

mol [de ~ (m)] noun

  1. de mol
    the mole

Translation Matrix for mol:

NounRelated TranslationsOther Translations
flat afvlakken; appartement; etagewoning; flat; klapband; wad
mole mol huidvlek; moedervlek
ModifierRelated TranslationsOther Translations
flat mol effen; egaal; flauwtjes; gelijk; geslepen; glad; muf; onfris; oubakken; oud; oudbakken; plat; strak; toonloos; verschaald; vlak; vlakuit; zonder toon; zouteloos

Related Words for "mol":


Wiktionary Translations for mol:

mol
noun
  1. unit of amount
  2. internal spy
  3. burrowing insectivore
  4. music: note played a semitone lower than a natural

Cross Translation:
FromToVia
mol mole MaulwurfZoologie: Familie der Talpidae, ein Säugetier, das sich durch die Erde gräbt
mol mole MolChemie: das Mol ist die SI-Basiseinheit der Stoffmenge, also eine Mengeneinheit
mol mole MullZoologie: in der Erde lebendes Nagetier
mol mole mole — métrol|nocat=1 unité de mesure de quantité de matière du Système international, dont le symbole est mol. Une mole contient autant de particules individuelles qu’il y a d’atomes dans 12 grammes de carbone-12 ; ce nombre est aussi appelé nombre d’Avog
mol mole taupe — Mammifère vivant dans des galeries souterraines.
mol mole taupe — Espion infiltré.