Dutch

Detailed Translations for ontvreemding from Dutch to English

ontvreemding:

ontvreemding [de ~ (v)] noun

  1. de ontvreemding (diefstal)
    the robbery; the theft
  2. de ontvreemding (malversatie; onregelmatigheden; verdonkeremaning; )
    the fraud; the malversations; the embezzlement; the malversation; the corruption; the defalcation; the swindling; the swindle; the fencing; the cheating; the corruptions

Translation Matrix for ontvreemding:

NounRelated TranslationsOther Translations
cheating fraude; malversatie; onregelmatigheden; ontvreemding; verdonkeremaning; verduisteren; verduistering; zwendel bedrog; fopperij; knoeierij; leugen; misleiding; nep; onwaarheid; oplichterij; zwendel; zwendelarij
corruption fraude; malversatie; onregelmatigheden; ontvreemding; verdonkeremaning; verduisteren; verduistering; zwendel corruptie; omkoopbaarheid; omkoping; verbasterd woord; verbastering
corruptions fraude; malversatie; onregelmatigheden; ontvreemding; verdonkeremaning; verduisteren; verduistering; zwendel
defalcation fraude; malversatie; onregelmatigheden; ontvreemding; verdonkeremaning; verduisteren; verduistering; zwendel verdonkeremaning; verduistering
embezzlement fraude; malversatie; onregelmatigheden; ontvreemding; verdonkeremaning; verduisteren; verduistering; zwendel verdonkeremaning; verduistering
fencing fraude; malversatie; onregelmatigheden; ontvreemding; verdonkeremaning; verduisteren; verduistering; zwendel afrastering; afscheiding; afscherming; begrenzing; hek; hekwerk; rasterwerk; schutting
fraud fraude; malversatie; onregelmatigheden; ontvreemding; verdonkeremaning; verduisteren; verduistering; zwendel bedrog; fraude; fraudeur; gezwendel; knoeierij; misleiding; nep; oplichterij; oplichting; verdonkeremaning; verduistering; zwendel; zwendelaar; zwendelarij
malversation fraude; malversatie; onregelmatigheden; ontvreemding; verdonkeremaning; verduisteren; verduistering; zwendel
malversations fraude; malversatie; onregelmatigheden; ontvreemding; verdonkeremaning; verduisteren; verduistering; zwendel
robbery diefstal; ontvreemding beroving; kraak; roof; wederrechtelijke bewoning
swindle fraude; malversatie; onregelmatigheden; ontvreemding; verdonkeremaning; verduisteren; verduistering; zwendel boerenbedrog; gezwendel; oplichterij; oplichting; verlakkerij; zwendel; zwendelarij
swindling fraude; malversatie; onregelmatigheden; ontvreemding; verdonkeremaning; verduisteren; verduistering; zwendel bedriegerij; bedrog; knoeierij; leugenarij; misleiding; nep; oplichterij; zwendel; zwendelarij
theft diefstal; ontvreemding diefstal; kraak; wederrechtelijke bewoning
VerbRelated TranslationsOther Translations
swindle afzetten; bedonderen; bedriegen; beduvelen; belazeren; besodemieteren; bezwendelen; foppen; in de maling nemen; misleiden; neppen; oplichten; te pakken nemen; voor de gek houden; zwendelen

Related Words for "ontvreemding":

  • ontvreemdingen