Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. overwippen:


Dutch

Detailed Translations for overwippen from Dutch to English

overwippen:

overwippen verb (wip over, wipt over, wipte over, wipten over, over gewipt)

  1. overwippen (binnenwippen)
    to drop in
    • drop in verb (drops in, dropped in, dropping in)

Conjugations for overwippen:

o.t.t.
  1. wip over
  2. wipt over
  3. wipt over
  4. wippen over
  5. wippen over
  6. wippen over
o.v.t.
  1. wipte over
  2. wipte over
  3. wipte over
  4. wipten over
  5. wipten over
  6. wipten over
v.t.t.
  1. ben over gewipt
  2. bent over gewipt
  3. is over gewipt
  4. zijn over gewipt
  5. zijn over gewipt
  6. zijn over gewipt
v.v.t.
  1. was over gewipt
  2. was over gewipt
  3. was over gewipt
  4. waren over gewipt
  5. waren over gewipt
  6. waren over gewipt
o.t.t.t.
  1. zal overwippen
  2. zult overwippen
  3. zal overwippen
  4. zullen overwippen
  5. zullen overwippen
  6. zullen overwippen
o.v.t.t.
  1. zou overwippen
  2. zou overwippen
  3. zou overwippen
  4. zouden overwippen
  5. zouden overwippen
  6. zouden overwippen
diversen
  1. wip over!
  2. wipt over!
  3. over gewipt
  4. overwippend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for overwippen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
drop in binnenwippen; overwippen aankomen; bezoeken; inlopen; langskomen; op bezoek komen; opzoeken; voorbijkomen