Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. rails:


Dutch

Detailed Translations for rails from Dutch to English

rails:

rails [de ~] noun, plural

  1. de rails (spoorweg; spoorbaan; spoor; baan)
    the tracks; the track
    the railway; the railroad; the railroad track
    – a line of track providing a runway for wheels 1

Translation Matrix for rails:

NounRelated TranslationsOther Translations
railroad baan; rails; spoor; spoorbaan; spoorweg
railroad track baan; rails; spoor; spoorbaan; spoorweg
railway baan; rails; spoor; spoorbaan; spoorweg
track baan; rails; spoor; spoorbaan; spoorweg afstand; baan; baanvak; buitenweg; dreef; etappe; hielspoor; landweg; nummer; paadje; pad; parcours; ronde; route; spoorwegwissel; tournee; traject; trekpad; wagenspoor; weg; wissel
tracks baan; rails; spoor; spoorbaan; spoorweg rijwegen; wegen
VerbRelated TranslationsOther Translations
track achternagaan; achternalopen; bijhouden; in hetzelfde spoor lopen; nalopen; sporen; volgen