Dutch

Detailed Translations for snedig from Dutch to English

snedig:

snedig adj

  1. snedig (adrem; bijdehand; gevat; raak)
    bright
    – characterized by quickness and ease in learning 1
    • bright adj
      • some children are brighter in one subject than another1
  2. snedig (gewiekst; uitgeslapen; gevat; gehaaid)
  3. snedig (scherpzinnig; slim; gevat; schrander; uitgeslapen)

Translation Matrix for snedig:

NounRelated TranslationsOther Translations
biting bijten
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
acute gevat; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; uitgeslapen acuut
astute adrem; bijdehand; gevat; raak; snedig clever; kien; pienter; scherpzinnig; schrander; slim; snugger; spitsvondig; uitgekiend; uitgeslapen
biting gevat; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; uitgeslapen bijtend; bijtende; doordringend; fel; gemeen; inbijtend; invretend; inwerkend; scherp
clever adrem; bijdehand; gehaaid; gevat; gewiekst; raak; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; uitgeslapen bedachtzaam; briljant; clever; correct; doordacht; geleerd; geniaal; gis; ingenieus; intelligent; kien; knap; kundig; kunstig; nadenkend; pienter; raadzaam; rap; scherpzinnig; schrander; slim; snel; snugger; spitsvondig; uitgekiend; uitgeslapen; vaardig; vernuftig; verstandig; vindingrijk; vlot; vlug; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
keen gevat; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; uitgeslapen begerig; bijdehand; briljant; fervent; gretig; happig; ingenieus; kien; knap; kundig; kunstig; messcherp; pienter; scherp; slim; spits; uitgekookt; vaardig; verlekkerd; vindingrijk; vurig
nimble gehaaid; gevat; gewiekst; snedig; uitgeslapen behendig; bekwaam; flitsend; handig; hip; kundig; lichtvoetig; modieus; rap; snel; snelvoetig; trendy; vaardig; vlot; vlug
perky adrem; bijdehand; gevat; raak; snedig
quick direct; gauw; gezwind
resourceful adrem; bijdehand; gevat; raak; snedig geniaal; inventief; scherpzinnig; spitsvondig; uitgekiend; vernuftig; vindingrijk
smart adrem; bijdehand; gehaaid; gevat; gewiekst; raak; snedig; uitgeslapen alert; bedachtzaam; bij de pinken; chic; clever; correct; doordacht; elegant; esthetisch; geleerd; gelikt; gis; goochem; intelligent; kien; kittig; knap; leuk om te zien; modieuze verfijning; nadenkend; oplettend; picobello; piekfijn; pienter; raadzaam; scherpzinnig; schrander; slim; smaakvol; snugger; spitsvondig; stijlvol; tiptop; uitgekiend; uitgeslapen; verfijnd; verstandig; wakker; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
ModifierRelated TranslationsOther Translations
bright adrem; bijdehand; gevat; raak; snedig aanschouwelijk; bedachtzaam; blij; blijgeestig; blijmoedig; blinkend; bloeiend; clever; correct; dartel; doordacht; duidelijk; fideel; flagrant; fleurig; flitsend; geestig; glimmend; hip; intelligent; jolig; kien; kleurig; kleurrijk; knap; kwiek; leuk om te zien; levendig; lustig; modieus; monter; nadenkend; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; overduidelijk; pienter; raadzaam; schrander; slim; snel; snugger; spiritueus; trendy; uitgelaten; uitgeslapen; verstandig; vlot; vrolijk; wakker; weldenkend; welgemoed; wijs; wijselijk; zinnig; zo klaar als een klontje; zonneklaar; zonnig
quick gehaaid; gevat; gewiekst; snedig; uitgeslapen abrupt; alert; bruusk; eensklaps; ineens; lichtvoetig; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; opeens; oplettend; plots; plotseling; plotsklaps; rap; schielijk; snel; snelvoetig; uitgeslapen; vlot; vlug; wakker
sharp adrem; bijdehand; gehaaid; gevat; gewiekst; raak; snedig; uitgeslapen achterbaks; bijdehand; bitter; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; giftig; gluiperig; intelligent; kien; kwaad; leep; listig; messcherp; nijdig; op afgebeten toon; pienter; puntig; scherp; scherp gepunt; scherpgerand; schrander; schril; slim; slinks; sluw; snijdend; snood; snugger; spits; spitsig; spitsvormig; stiekem; toegespitst; uitgekookt; vlijmend; vlijmscherp; woedend; zeer boos
sharp-minded gevat; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; uitgeslapen
sharpwitted gevat; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; uitgeslapen
wily adrem; bijdehand; gevat; raak; snedig bij de pinken; clever; goochem; kien; pienter; scherpzinnig; schrander; slim; snugger; spitsvondig; uitgekiend; uitgeslapen

Related Words for "snedig":

  • snedigheid, snediger, snedigere, snedigst, snedigste, snedige

Wiktionary Translations for snedig:


Cross Translation:
FromToVia
snedig fine; subtle; delicate; light; thin; keen; acute findélié, menu, mince ou étroit.
snedig mental; lively; witty mental — Qui se fait, qui s’exécuter dans l’esprit, dans l’entendement.
snedig spiritual; spirited; lively; witty spirituel — Qui est de la nature de l'esprit, ou qui le concerne.