Dutch

Detailed Translations for starheid from Dutch to English

starheid:


star:

star adj

  1. star (verstard; strak)
    rigid; stern; star; stiff; fixed; petrified; set; fossilized; fossilised

Translation Matrix for star:

NounRelated TranslationsOther Translations
set accumulatie; bende; benoemde set; bepaalde hoeveelheid; concours; groep; groep van twee of meer; hoop; kliek; koppel; manche; onderonsje; partij; pot; samenscholing; set; span; stel; strijd; troep; wedstrijd
star diva; ster; uitblinker; vedette
VerbRelated TranslationsOther Translations
set deponeren; gelijkzetten; initiëren; inklinken; leggen; neerleggen; neerzetten; onder water gaan; ondergaan; op gang brengen; plaatsen; situeren; stationeren; stijf worden; stremmen; synchroniseren; zetten; zich afspelen; zinken
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
fixed star; strak; verstard bepaald; bestand tegen; bestendig; een zekere; gedetermineerd; onveranderlijk; opgewassen tegen; strak; strakgespannen
fossilised star; strak; verstard versteend
fossilized star; strak; verstard versteend
rigid star; strak; verstard chagrijnig; harkerig; houterig; knorrig; korzelig; nors; nurks; onbuigzaam; onverzettelijk; stijf; stijfjes; stijfkoppig; stijve; stram; stroef; stug; taai; verstijfd
set star; strak; verstard strak; strakgespannen
star star; strak; verstard onbuigzaam; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai
stern star; strak; verstard aangebrand; bokkig; dwars; gestreng; gevoelig; humeurig; koppig; korzelig; lichtgeraakt; niet toegevend; onbuigzaam; onverzettelijk; stijfhoofdig; stijfkoppig; streng; stug; taai; weerbarstig; weerspannig
ModifierRelated TranslationsOther Translations
petrified star; strak; verstard versteend
stiff star; strak; verstard ferm; fiks; flink; gemelijk; harkerig; hartig; houterig; knorrig; krukkig; lastig; moeilijk; niet makkelijk; nurks; onbeholpen; ongemakkelijk; onhandig; pittig; pittig gesprek; schutterig; slungelig; stevig; stijf; stijfjes; stijve; straf; stram; stroef; stumperig; stuntelig; stuurs; sukkelig; wrevelig; zwaar

Related Words for "star":


Wiktionary Translations for star:

star
adjective
  1. stiff
  2. rigorous, unbending
  3. uncompromising

Cross Translation:
FromToVia
star ruthless; merciless; pitiless; relentless; intransigent; obdurate; uncompromising; callous; hardline impitoyable — Qui est insensible à la pitié, qui est sans pitié.
star rigid; steep; abrupt; off-hand; off-handed; stringent; tense; tight; stiff raide — Traductions à trier suivant le sens
star rigid; stiff rigide — Qui ne fléchir pas.