Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. uitgeven aan:


Dutch

Detailed Translations for uitgeven aan from Dutch to English

uitgeven aan:

uitgeven aan verb (geef uit aan, geeft uit aan, gaf uit aan, gaven uit aan, uitgegeven aan)

  1. uitgeven aan
    to spend on
    • spend on verb (spends on, spent on, spending on)

Conjugations for uitgeven aan:

o.t.t.
  1. geef uit aan
  2. geeft uit aan
  3. geeft uit aan
  4. geven uit aan
  5. geven uit aan
  6. geven uit aan
o.v.t.
  1. gaf uit aan
  2. gaf uit aan
  3. gaf uit aan
  4. gaven uit aan
  5. gaven uit aan
  6. gaven uit aan
v.t.t.
  1. heb uitgegeven aan
  2. hebt uitgegeven aan
  3. heeft uitgegeven aan
  4. hebben uitgegeven aan
  5. hebben uitgegeven aan
  6. hebben uitgegeven aan
v.v.t.
  1. had uitgegeven aan
  2. had uitgegeven aan
  3. had uitgegeven aan
  4. hadden uitgegeven aan
  5. hadden uitgegeven aan
  6. hadden uitgegeven aan
o.t.t.t.
  1. zal uitgeven aan
  2. zult uitgeven aan
  3. zal uitgeven aan
  4. zullen uitgeven aan
  5. zullen uitgeven aan
  6. zullen uitgeven aan
o.v.t.t.
  1. zou uitgeven aan
  2. zou uitgeven aan
  3. zou uitgeven aan
  4. zouden uitgeven aan
  5. zouden uitgeven aan
  6. zouden uitgeven aan
en verder
  1. ben uitgegeven aan
  2. bent uitgegeven aan
  3. is uitgegeven aan
  4. zijn uitgegeven aan
  5. zijn uitgegeven aan
  6. zijn uitgegeven aan
diversen
  1. geef uit aan!
  2. geeft uit aan!
  3. uitgegeven aan
  4. uitgevend aan
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for uitgeven aan:

VerbRelated TranslationsOther Translations
spend on uitgeven aan

Related Translations for uitgeven aan