Dutch

Detailed Translations for verderf from Dutch to English

verderf:

verderf [het ~] noun

  1. het verderf
    the destruction

Translation Matrix for verderf:

NounRelated TranslationsOther Translations
destruction verderf afbraak; ravage; sloop; vernieling; verwoesting

Wiktionary Translations for verderf:

verderf
noun
  1. source of harm or ruin; affliction
  2. absolute ruin

Cross Translation:
FromToVia
verderf disappearance disparitionaction de disparaître ; résultat de cette action.
verderf death mort — arrêt de la vie
verderf loss perte — Privation de quelque chose de précieux, d’agréable, de commode, qu’on avait. (Sens général).

verderf form of verderven:

verderven verb (verderf, verderft, verdierf, verdierven, verdorven)

  1. verderven (corrumperen)
    to deprave; to corrupt; to pervert; to debase
    • deprave verb (depraves, depraved, depraving)
    • corrupt verb (corrupts, corrupted, corrupting)
    • pervert verb (perverts, perverted, perverting)
    • debase verb (debases, debased, debasing)
  2. verderven (degenereren; achteruitgaan; verworden)
    to degenerate; to go to seed; to backslide
    • degenerate verb (degenerates, degenerated, degenerating)
    • go to seed verb (goes to seed, went to seed, going to seed)
    • backslide verb (backslides, backslid, backsliding)
  3. verderven (ontaarden; degenereren; achteruitgaan; verworden)
    to degenerate; to deprave; to corrupt; to run wild
    • degenerate verb (degenerates, degenerated, degenerating)
    • deprave verb (depraves, depraved, depraving)
    • corrupt verb (corrupts, corrupted, corrupting)
    • run wild verb (runs wild, ran wild, running wild)

Conjugations for verderven:

o.t.t.
  1. verderf
  2. verderft
  3. verderft
  4. verderven
  5. verderven
  6. verderven
o.v.t.
  1. verdierf
  2. verdierf
  3. verdierf
  4. verdierven
  5. verdierven
  6. verdierven
v.t.t.
  1. ben verdorven
  2. bent verdorven
  3. is verdorven
  4. zijn verdorven
  5. zijn verdorven
  6. zijn verdorven
v.v.t.
  1. was verdorven
  2. was verdorven
  3. was verdorven
  4. waren verdorven
  5. waren verdorven
  6. waren verdorven
o.t.t.t.
  1. zal verderven
  2. zult verderven
  3. zal verderven
  4. zullen verderven
  5. zullen verderven
  6. zullen verderven
o.v.t.t.
  1. zou verderven
  2. zou verderven
  3. zou verderven
  4. zouden verderven
  5. zouden verderven
  6. zouden verderven
en verder
  1. heb verdorven
  2. hebt verdorven
  3. heeft verdorven
  4. hebben verdorven
  5. hebben verdorven
  6. hebben verdorven
diversen
  1. verderf!
  2. verderft!
  3. verdorven
  4. verdervend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verderven:

NounRelated TranslationsOther Translations
backslide regressie
degenerate gedegenereerde; ontaarde; perverseling
pervert perverseling; smeerlap; viezerik; zwijn
VerbRelated TranslationsOther Translations
backslide achteruitgaan; degenereren; verderven; verworden
corrupt achteruitgaan; corrumperen; degenereren; ontaarden; verderven; verworden beschadigen
debase corrumperen; verderven
degenerate achteruitgaan; degenereren; ontaarden; verderven; verworden ontbinden; rotten; verbasteren; vergaan; verrotten; verteren; vervormen; wegrotten
deprave achteruitgaan; corrumperen; degenereren; ontaarden; verderven; verworden
go to seed achteruitgaan; degenereren; verderven; verworden
pervert corrumperen; verderven perverteren
run wild achteruitgaan; degenereren; ontaarden; verderven; verworden verwilderen
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
corrupt bedorven; corrupt; gedegenereerd; liederlijk; omkoopbaar; ontaard; onzedelijk; rot; rottig; slecht; verdorven; vergaan; verregaand zedenloos; verrot
degenerate bedorven; gedegenereerd; liederlijk; ontaard; onzedelijk; rot; rottig; slecht; verdorven; vergaan; verregaand zedenloos; verrot

Wiktionary Translations for verderven:

verderven
verb
  1. to change from good to bad
  2. to be the bane of

Cross Translation:
FromToVia
verderven couch; demean; deprave; discredit; downsize; destroy; ruin; wreck; decrease; lessen; diminish; shrink; abridge; cry down; cut up; demolish; pull to pieces; run down; write down; draw; streak; mortify abaisser — Mettre en position plus basse, faire descendre, diminuer la hauteur.