Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. versnellingshandel:


Dutch

Detailed Translations for versnellingshandel from Dutch to English

versnellingshandel:

versnellingshandel [znw.] noun

  1. versnellingshandel (pook)
    the gear handle; the stick; the rake; the poker

Translation Matrix for versnellingshandel:

NounRelated TranslationsOther Translations
gear handle pook; versnellingshandel
poker pook; versnellingshandel haardijzer; haardstok; poker; pook; rakel
rake pook; versnellingshandel hark; losbol; schuinsmarcheerder
stick pook; versnellingshandel baton; hakhout; hockeystick; knoet; knuppel; loot; phylum; schacht; slaghout; staaf; staf; stam; stang; stok; takje; twijg
VerbRelated TranslationsOther Translations
rake aanharken; harken
stick aan elkaar hangen; aan elkaar kleven; aaneenplakken; blijven hangen; blijven steken; graaien; grijpen; grissen; haperen; iets vastkleven; jatten; kleven; klitten; lijmen; omhoogzitten; op hetzelfde niveau blijven; pikken; plakken; samenplakken; snaaien; stagneren; stokken; vast blijven hangen; vastkleven; vastkoeken; vastlijmen; vastlopen; vastplakken; wegkapen

Related Words for "versnellingshandel":

  • versnellingshandels