Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. verzending:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verzending from Dutch to English

verzending:

verzending [de ~ (v)] noun

  1. de verzending
    the sending; the remittance; the transfer; the forwarding
  2. de verzending
    the dispatch; the shipment
    – the act of sending off something 1

Translation Matrix for verzending:

NounRelated TranslationsOther Translations
dispatch aflevering; leverantie; levering; missie; roeping; uitlevering; zending; zending met speciale opdracht
forwarding verzending toezending
remittance verzending aflevering; geldverzending; geldzending; gelijkspel; leverantie; levering; loods voor vervoermiddelen; remise; uitlevering; zending
sending verzending aflevering; het zenden; leverantie; levering; uitlevering; zending
ship boot; scheepje; schip; schuit; schuitje; stoomschip; vaartuig
shipment belading; inladen; lading; last; verlading; vracht; vrachtgoed
transfer verzending cessie; doorgifte; doorverbinden; gegevensoverdracht; overboeking; overdracht; overmaking; overplaatsing; overschrijving; overstap; overstapstation; transport; verruiling; vrachtvervoer; wegtransport; wegvervoer
VerbRelated TranslationsOther Translations
dispatch bikken; bunkeren; consumeren; eten; naar binnen werken; nuttigen; opeten; schransen; schrokken; tegoed doen; tot zich nemen; verorberen; verzenden; vreten; zitten proppen
send aanleveren; afleveren; bestellen; bezorgen; brengen; doen toekomen; geld overmaken; iem. iets sturen; leveren; opsturen; overboeken; overhandigen; overmaken; overschrijven; overzenden; posten; rondbrengen; sturen; thuisbezorgen; toeleveren; toezenden; versturen; verzenden; wegsturen; wegzenden; zenden
ship aan boord gaan; aan boord klimmen; aanleveren; afleveren; bestellen; bezorgen; brengen; inladen; laden; leveren; overhandigen; rondbrengen; thuisbezorgen; toeleveren; verladen; verschepen; versturen; zenden
transfer afdragen; anders boeken; disloqueren; geld overmaken; overboeken; overbrengen; overdragen aan; overplaatsen; overschrijven; overzenden; overzetten; roeren; standplaats veranderen; transponeren; verleggen; verplaatsen; verschikken; verschuiven; vervoeren; verzetten
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
dispatch verzending
shipment verzending

Wiktionary Translations for verzending:


Cross Translation:
FromToVia
verzending consignation; dispatch Versand — der Transport von Gegenständen und Artikeln
verzending dispatch; package; submission; consignment envoiaction d’envoyer.