Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. vlak maken:


Dutch

Detailed Translations for vlak maken from Dutch to English

vlak maken:

vlak maken verb

  1. vlak maken (gelijkmaken; nivelleren)
    to equalize; to level up; to level; to level down; to level out; to smooth; to equalise
    • equalize verb, American (equalizes, equalized, equalizing)
    • level up verb (levels up, levelled up, levelling up)
    • level verb (levels, levelled, levelling)
    • level down verb (levels down, levelled down, levelling down)
    • level out verb (levels out, levelled out, levelling out)
    • smooth verb (smooths, smoothed, smoothing)
    • equalise verb, British

vlak maken [znw.] noun

  1. vlak maken
    the level

Translation Matrix for vlak maken:

NounRelated TranslationsOther Translations
level vlak maken afgraven; afgraving; dimensieniveau; echelon; etage; gehalte; geleding; graad; gradatie; laag; mate; niveau; peil; plan; stand; verdieping; vlak; waterpas; woonlaag
VerbRelated TranslationsOther Translations
equalise gelijkmaken; nivelleren; vlak maken evenaren; gelijk trekken
equalize gelijkmaken; nivelleren; vlak maken evenaren; gelijk trekken
level gelijkmaken; nivelleren; vlak maken afplatten; effenen; gelijk trekken; platmaken; vereffenen; verrekenen
level down gelijkmaken; nivelleren; vlak maken
level out gelijkmaken; nivelleren; vlak maken
level up gelijkmaken; nivelleren; vlak maken
smooth gelijkmaken; nivelleren; vlak maken afplatten; effenen; egaliseren; gelijkmaken; gladmaken; platmaken; politoeren; raspen; schaven; schuren
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
level effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit; waterpas
smooth effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; obsceen; plat; rimpelloos; schuin; smeuïg; strak; stromend; vies; vlak; vlakuit; vliedend; vloeiend; vlot; vunzig; zedeloos

Related Translations for vlak maken