Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. weergave:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for weergave from Dutch to English

weergave:

weergave [de ~] noun

  1. de weergave (rapport; verslag; reportage; verhaal)
    the report; the survey; the record
  2. de weergave (teruggave)
    the restitution; the reimbursement; the retrocession; the refund; the return; the restoration
  3. de weergave
    the skin
    – A customized user interface that overlays an existing user interface. A skin customizes the look of the program but does not affect its functionality. Programs that allow the use of skins usually make standards available for the creation and distribution of new skins. 1
  4. de weergave
    the view
    – In relational database management systems, a logical table created through the specification of one or more relational operations on one or more tables. A view is equivalent to a divided relation in the relational model. 1
  5. de weergave
    the view
    – The display of data or an image from a given perspective or location. 1

Translation Matrix for weergave:

NounRelated TranslationsOther Translations
record rapport; reportage; verhaal; verslag; weergave album; elpee; grammofoon; grammofoonplaat; l.p.; langspeelplaat; lijst; lijst van gegevens; lp; opgaaf; opgave; optekening; overzicht; plaat; record; schijf; staat; staatje
refund teruggave; weergave restitutie; terugbetaling
reimbursement teruggave; weergave herstelbetaling; indemnisatie; restitueren; restitutie; schade-uitkering; schadeloosstelling; schadevergoeding; terugbetaling; uitbetalingen bij schade; vergoeden; vergoeding
report rapport; reportage; verhaal; verslag; weergave aantekening; bekendmaking; bericht; berichtgeving; blad; boodschap; gewag; lijst; lijst van gegevens; maandblad; magazine; mededeling; mededelingen; melding; noot; notitie; opgaaf; opgave; opschrijving; opstel; overzicht; periodiek; proces verbaal; rapport; rapportage; referaat; relaas; scriptie; staat; staatje; tijding; tijdschrift; tijdspiegel; uitspraak; verklaring; vermelding; verslag; verwittiging; weekblad
restitution teruggave; weergave herstelbetaling; indemnisatie; restitutie; schade-uitkering; schadeloosstelling; schadevergoeding; terugbetaling; uitbetalingen bij schade; vergoeding
restoration teruggave; weergave herbouwing; herstel; herstelarbeid; herstelling; reparatie; restauratie; verstelgoed; verstelwerk
retrocession teruggave; weergave
return teruggave; weergave baat; contraprestatie; gewin; oogst; opbrengst; product; profijt; rendement; rentabiliteit; retour; return; tegendienst; tegenprestatie; terugkeer; terugkomst; terugreis; terugwedstrijd; thuiskomst; uitkomst; voortbrengsel; wederdienst; winst
skin weergave hachje; huid; peul; schil; vel
survey rapport; reportage; verhaal; verslag; weergave enquête; het overzien; kartering; ondervraging; overzicht; overzichtelijkheid; totaalbeeld
view weergave aanblik; aanzicht; aspect; begrip; benul; bezichtigen; bezichtiging; denkbeeld; doorkijk; facet; gezicht; gezichtshoek; gezichtspunt; gezindheid; idee; interpretatie; invalshoek; inzicht; kijk; lezing; mening; meningsuiting; mentale voorstelling; oogpunt; oordeel; opinie; opvatting; opzicht; overtuiging; panorama; perspectief; prospect; standpunt; uitzicht; vaststaande mening; vergezicht; verreikend uitzicht; visie; vue; zicht; zienswijs; zienswijze
VerbRelated TranslationsOther Translations
record aantekenen; boeken; boekstaven; inspreken; noteren; onthouden; op schrift stellen; opnemen; opschrijven; opslaan; optekenen; registreren; te boek stellen; vastleggen
refund restitueren
report berichten; beschrijven; iets melden; informeren; klikken; mededelen; meedelen; melden; rapporteren; uiteenzetten; verhaal vertellen; verhalen; verklappen; verslag uitbrengen; vertellen; zeggen
return dateren; keren; omkeren; retourneren; terugbezorgen; terugbrengen; teruggaan; teruggeven; teruggooien; teruggrijpen; terugkeren; terugkomen; terugsturen; terugwerpen; terugzenden; wederkeren; weerkeren
skin afhalen; afschaven; afstropen; jassen; ontvellen; pellen; schillen; stropen; uitbenen; vervellen; villen; weergave toepassen
survey controleren; examineren; in kaart brengen; inschrijven; inspecteren; kadastreren; karteren; keuren; overzien; schouwen
view aanblikken; aankijken; aanschouwen; aanzien; bekijken; bezichtigen; bezien; controleren; examineren; gadeslaan; inspecteren; keuren; kijken; observeren; schouwen; waarnemen; weergeven; zien
ModifierRelated TranslationsOther Translations
return achteruit; achterwaarts; naar achter; naar achteren; rugwaarts; terug

Related Words for "weergave":

  • weergaven

Wiktionary Translations for weergave:

weergave
noun
  1. het opnieuw afbeelden, weergeven van iets dat eerder is opgenomen
weergave
noun
  1. that which represents another
  2. a figure, image or idea that substitutes reality