Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. wegslinken:


Dutch

Detailed Translations for wegslinken from Dutch to English

wegslinken:

wegslinken verb (slink weg, slinkt weg, slonk weg, slonken weg, weggeslonken)

  1. wegslinken
    disapearing; to wither; to waste away
    to languish; to pine away
    – lose vigor, health, or flesh, as through grief 1
    • languish verb (languishes, languished, languishing)
    • pine away verb (pines away, pined away, pining away)

Conjugations for wegslinken:

o.t.t.
  1. slink weg
  2. slinkt weg
  3. slinkt weg
  4. slinken weg
  5. slinken weg
  6. slinken weg
o.v.t.
  1. slonk weg
  2. slonk weg
  3. slonk weg
  4. slonken weg
  5. slonken weg
  6. slonken weg
v.t.t.
  1. ben weggeslonken
  2. bent weggeslonken
  3. is weggeslonken
  4. zijn weggeslonken
  5. zijn weggeslonken
  6. zijn weggeslonken
v.v.t.
  1. was weggeslonken
  2. was weggeslonken
  3. was weggeslonken
  4. waren weggeslonken
  5. waren weggeslonken
  6. waren weggeslonken
o.t.t.t.
  1. zal wegslinken
  2. zult wegslinken
  3. zal wegslinken
  4. zullen wegslinken
  5. zullen wegslinken
  6. zullen wegslinken
o.v.t.t.
  1. zou wegslinken
  2. zou wegslinken
  3. zou wegslinken
  4. zouden wegslinken
  5. zouden wegslinken
  6. zouden wegslinken
diversen
  1. slink weg!
  2. slinkt weg!
  3. weggeslonken
  4. wegslinkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for wegslinken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
disapearing wegslinken
languish wegslinken hopen; kwijnen; kwijnend verlangen; smachten; snakken; spinzen; van hoop vervuld zijn; verkwijnen; verlangen; wegkwijnen
pine away wegslinken kwijnen; verkwijnen; wegkwijnen
waste away wegslinken kwijnen; verkwijnen; wegkwijnen
wither wegslinken indrogen; kwijnen; samentrekken; schrompelen; slinken; verdorren; verkommeren; verkwijnen; verleppen; verschrompelen; versterven; verwelken; wegkwijnen