Dutch

Detailed Translations for rustig from Dutch to Spanish

rustig:

rustig adj

  1. rustig (gelijkmoedig; bedaard; kalm)
  2. rustig (kalm; sereen; bedaard; )
  3. rustig (gerust)
  4. rustig (gedeisd; bedaard; stil; kalm)
  5. rustig (sereen; stil; vreedzaam; )
  6. rustig (rustig aan; kalmpjes; stilletjes aan)

Translation Matrix for rustig:

NounRelated TranslationsOther Translations
frío afstandelijkheid; frisheid; gereserveerdheid; kilheid; kilte; koelheid; koelte; kou; koude; koudheid
VerbRelated TranslationsOther Translations
- ontspannen
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
- even; kalm
ModifierRelated TranslationsOther Translations
afable bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen amicaal; behulpzaam; beminnelijk; bereidwillig; charmant; gedienstig; genegenheid opwekkend; innemend; inschikkelijk; kameraadschappelijk; lief; minzaam; vriendelijke; vriendschappelijk
afectuoso bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen aanhankelijk; hartelijk; vriendelijke
agradable bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen aangenaam; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aardig; aimabel; amusant; attent; attractief; behaaglijk; behulpzaam; bekoorlijk; bevallig; charmant; fijn; fraai; genietbaar; genoeglijk; gezellig; goddelijk; goed ogend; goedaardig; goedhartig; harmonisch; hartelijk; heerlijk; hemels; heugelijk; heuglijk; hulpvaardig; knap; lekker; leuk; minnelijk; mooi; onderhoudend; op een aardige manier; paradijselijk; plezant; plezierig; prettig; sfeervol; smakelijk; sociabel; subtiel; te genieten; uitnodigend; verblijdend; verleidelijk; verlokkend; vermakelijk; verrukkelijk; voorkomend; vriendelijk; vriendelijke; welgevallig; zachtaardig; zalig
amable bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen aangenaam; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aardig; aimabel; attent; attractief; behulpzaam; bekoorlijk; beminnelijk; bereidwillig; bevallig; braaf; charmant; comfortabel; coöperatief; deugdzaam; dierbaar; favoriete; fijn; gedienstig; geestig; geinig; gemakkelijk; genegenheid opwekkend; genoeglijk; geriefelijk; geschikt; geselecteerd; goedaardig; goedhartig; grappig; hartelijk; hulpvaardig; innemend; inschikkelijk; jofel; knap; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; lekker; leuk; lief; lievelings; lollig; medewerkend; minnelijk; minzaam; mooi; op een aardige manier; plezierig; prettig; sympathiek; tegemoetkomend; toegenegen; toeschietelijk; tof; verkoren; voorbeeldig; voorkomend; vriendelijk; vriendelijke; welwillend; zachtaardig; zoet
amigable bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen aangenaam; aardig; amicaal; attent; behulpzaam; bevallig; charmant; coöperatief; goedaardig; goedhartig; hartelijk; hulpvaardig; kameraadschappelijk; leuk; lief; medewerkend; minnelijk; op een aardige manier; plezierig; prettig; sympathiek; voorkomend; vriendelijk; vriendelijke; vriendschappelijk; welwillend; zachtaardig
amistoso bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen collegiaal; vriendelijke
amoroso bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen amoureus; amoureuze; liefderijk; liefdevol; verkikkerd; verliefd; vriendelijke
apacible bedaard; gedeisd; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen; stil; vredig; vreedzaam
benévolo bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen amicaal; bereidvaardig; bereidwillig; genegen; goedaardig; goedgunstig; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; hartelijk; kameraadschappelijk; mild; minnelijk; op een aardige manier; vriendelijk; vriendelijke; vriendschappelijk; welwillend; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig
calmado bedaard; gedeisd; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen; stil; vredig; vreedzaam
calmo bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen doodgemoedereerd; doodkalm; gemoedereerd; koel; koudmakend; nuchter; zakelijk
calmoso bedaard; gedeisd; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen; stil; vredig; vreedzaam
complaciente bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen aangenaam; aardig; amicaal; attent; behulpzaam; bereidvaardig; bereidwillig; dienstbaar; dienstvaardig; dienstwillig; gedienstig; gedwee; gewillig; goedaardig; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; hulpvaardig; inschikkelijk; kameraadschappelijk; meegaand; mild; onderworpen; op een aardige manier; plezierig; soepel; tegemoetkomend; toegeeflijk; toegevend; toeschietelijk; verplichtend; volgzaam; voorkomend; vriendelijk; vriendelijke; vriendschappelijk; welwillend; willig; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig
con toda tranquilidad kalmpjes; rustig; rustig aan; stilletjes aan brutaalweg; doodgemoederd; doodleuk; rustigjes
cordial bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen aangenaam; amicaal; genoeglijk; hartelijk; hartverblijdend; hartverkwikkend; hartverwarmend; kameraadschappelijk; minnelijk; plezierig; vriendelijk; vriendelijke; vriendschappelijk
en calma bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen
flemático bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen flegmatiek; flegmatisch; onderkoeld
frío bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen afstandelijk; bitterkoud; fris; frisjes; gekoeld; gemoedereerd; ijskoud; ijzig; kil; koel; koud; koud en vochtig; koudmakend; laag van temperatuur; onderkoeld; rillerig; steenkoud
impasible bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen doodgemoedereerd; doodkalm; geplaveid; koel; koen; koud; kranig; manmoedig; onaandoenlijk; onaangedaan; onbeducht; onbegaan; onberoerd; onbevreesd; onbewogen; onderkoeld; ongehinderd; ongemoeid; ongestoord; ongevoelig; onverschrokken; onverstoord; onvervaard; stoutmoedig; verhard; vermetel; vrijuit
imperturable bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen onderkoeld
imperturbable bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen gelaten; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; onderkoeld; ongebruikt; ongehinderd; ongemoeid; ongeopend; ongestoord; onverkort; onverstoorbaar; onverstoord; stoïcijns; vrijuit
indiferente bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen doodgemoedereerd; doodkalm; gemoedereerd; koel; koudbloedig; nonchalant; nuchter; onachtzaam; onbegaan; onderkoeld; ongevoelig; onverstoorbaar; zakelijk
inmutable bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen indifferent; laconiek; lauw; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; onderkoeld; ongebruikt; ongehinderd; ongemoeid; ongeopend; ongestoord; ongevoelig; ongeïnteresseerd; onverschillig; onverstoord; vrijuit
inmóvil bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen bewegingloos; bewegingsloos; doodstil; hecht; immobiel; in 't geniep; muisstil; onbeweeglijk; onbeweeglijke; onderkoeld; roerloos; stilstaand; zonder roer
jovial bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen amicaal; dartel; gemoedelijk; genoeglijk; hartelijk; jofel; jolig; joviaal; kameraadschappelijk; minnelijk; speels; uitgelaten; vriendelijk; vriendschappelijk
liso bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen glad neerliggend; kaal; onbehaard; onderkoeld; rimpelloos; scherp; sluik; vlijmend; vlijmscherp; zonder haar
manso bedaard; gedeisd; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen; stil; vredig; vreedzaam tam
pacífico bedaard; gedeisd; gelijkmoedig; gerust; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen; stil; vredig; vreedzaam geweldloos; in 't geniep; rustigjes; vredelievend; vreedzaam
ponderado bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen bewust; expres; gewogen; moedwillig; opzettelijk; voorbedacht; weloverwogen
quedo bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen
quieto bedaard; gedeisd; gelijkmoedig; gerust; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen; stil; vredig; vreedzaam geluidloos; geruisloos; gesloten; immobiel; in 't geniep; onbeweeglijk; ongemerkt; ongezien; stil; stilletjes; taciturn; weinig spraakzaam; zachtjes; zwijgend; zwijgzaam
sereno bedaard; gedeisd; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen; stil; vredig; vreedzaam doodgemoedereerd; doodkalm; gemoedereerd; koel; nieuw; nuchter; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend; onverkort; pas gekocht; zakelijk
silencioso bedaard; gedeisd; kalm; rustig; stil geluidloos; gesloten; heimelijk; in 't geniep; klankloos; onopgemerkt; rustigjes; stil; stilletjes; taciturn; weinig spraakzaam; zonder geluid; zwijgend; zwijgzaam
simpático bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen aangenaam; aardig; amicaal; attent; behulpzaam; bevallig; charmant; comfortabel; gemakkelijk; genegenheid opwekkend; genoeglijk; geriefelijk; goedaardig; goedhartig; hartelijk; hulpvaardig; innemend; jofel; kameraadschappelijk; leuk; lief; medelevend; meelevend; meevoelend; minnelijk; minzaam; op een aardige manier; plezierig; prettig; ruimhartig; sympathiek; voorkomend; vriendelijk; vriendelijke; vriendschappelijk; zachtaardig
sin inmutarse bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen; stil; vredig; vreedzaam
sociable bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen aangenaam; amicaal; comfortabel; gemakkelijk; genoeglijk; geriefelijk; gezellig; kameraadschappelijk; onderhoudend; plezierig; sfeervol; sociabel; vriendelijke; vriendschappelijk
sosegadamente bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen; stil; vredig; vreedzaam
sosegado bedaard; gedeisd; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen; stil; vredig; vreedzaam doodgemoedereerd; doodkalm; gemoedereerd
tranquilamente bedaard; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; rustig aan; sereen; stil; stilletjes aan; vredig; vreedzaam gerust; luchthartig; onbekommerd; onbesuisd; onbezorgd; rustigjes; zorgeloos
tranquilo bedaard; gedeisd; gelijkmoedig; gerust; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; sereen; stil; vredig; vreedzaam gerust; in 't geniep; luchthartig; onbekommerd; onbesuisd; onbezorgd; rustige; zorgeloos

Related Words for "rustig":


Synonyms for "rustig":


Antonyms for "rustig":


Related Definitions for "rustig":

  1. in rust en evenwicht1
    • Henk is een rustige jongen1

Wiktionary Translations for rustig:

rustig
adjective
  1. kalm, weinig sensorische prikkels creërend

Cross Translation:
FromToVia
rustig calmado calm — free of noise and disturbance
rustig quieto; silencioso; tranquilo; calmo; pacífico; silente quiet — with little sound
rustig tranquilo; detenido; quieto; calmo quiet — having little motion
rustig poco quiet — not busy
rustig reservado; callado; silencioso quiet — not talking
rustig relajado; tranquilo relaxed — having an easy-going mood
rustig parsimonioso gemächlich — langsam, ohne Eile
rustig sosegado; tranquilo; quieto calme — Qui est sans turbulence, sans agitation, tant au sens physique qu’au sens moral.
rustig sosegado; tranquilo; quieto tranquille — Qui est paisible, calme, sans agitation.

External Machine Translations:

Related Translations for rustig