Dutch

Detailed Translations for schrappen from Dutch to Spanish

schrappen:

schrappen verb (schrap, schrapt, schrapte, schrapten, geschrapt)

  1. schrappen (doorhalen)
  2. schrappen (afkrabben; schrapen)
  3. schrappen (wortels schrapen; krabben)

Conjugations for schrappen:

o.t.t.
  1. schrap
  2. schrapt
  3. schrapt
  4. schrappen
  5. schrappen
  6. schrappen
o.v.t.
  1. schrapte
  2. schrapte
  3. schrapte
  4. schrapten
  5. schrapten
  6. schrapten
v.t.t.
  1. heb geschrapt
  2. hebt geschrapt
  3. heeft geschrapt
  4. hebben geschrapt
  5. hebben geschrapt
  6. hebben geschrapt
v.v.t.
  1. had geschrapt
  2. had geschrapt
  3. had geschrapt
  4. hadden geschrapt
  5. hadden geschrapt
  6. hadden geschrapt
o.t.t.t.
  1. zal schrappen
  2. zult schrappen
  3. zal schrappen
  4. zullen schrappen
  5. zullen schrappen
  6. zullen schrappen
o.v.t.t.
  1. zou schrappen
  2. zou schrappen
  3. zou schrappen
  4. zouden schrappen
  5. zouden schrappen
  6. zouden schrappen
en verder
  1. ben geschrapt
  2. bent geschrapt
  3. is geschrapt
  4. zijn geschrapt
  5. zijn geschrapt
  6. zijn geschrapt
diversen
  1. schrap!
  2. schrapt!
  3. geschrapt
  4. schrappend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for schrappen:

NounRelated TranslationsOther Translations
anular herroepen; intrekken; opheffen; terugnemen
eliminar doden; van kant maken; wegruimen
frotar boenen
rascar krabsel
raspar krabsel
VerbRelated TranslationsOther Translations
anular doorhalen; schrappen afbestellen; afblazen; afbreken; afgelasten; afspraak afzeggen; afwijzen; afzeggen; annuleren; delgen; herroepen; intrekken; nietig verklaren; nullificeren; ondervangen; ongeldig maken; opheffen; te niet doen; teniet doen; tenietdoen; terugdraaien; terugkomen op; terugnemen; terugroepen; terugschroeven; verijdelen; vernietigen; weigeren
arañar afkrabben; schrapen; schrappen bijeenschrapen; krassen; openkrabben; zich krabben
cancelar doorhalen; schrappen afbestellen; afblazen; afgelasten; afzeggen; annuleren; delgen; intrekken; nietig verklaren; nullificeren; ondervangen; opheffen; te niet doen; teniet doen; tenietdoen; terugdraaien; verijdelen; vernietigen
eliminar doorhalen; schrappen aanrekenen; aanwrijven; afmaken; afschrijven; berispen; beschuldigen; blameren; diskwalificeren; gispen; koudmaken; laken; liquideren; nadragen; royeren; te niet doen; uit de weg ruimen; uitroeien; uitsluiten; verwijderen; verwijten; voor de voeten gooien; voorhouden
estregar afkrabben; schrapen; schrappen
frotar afkrabben; schrapen; schrappen afboenen; afschrobben; bezemen; boenen; fijnwrijven; gladmaken; gladwrijven; insmeren; politoeren; schoonboenen; schoonschrobben; schrobben; uitwrijven
rascar afkrabben; schrapen; schrappen knorren; krassen; oogsten; plukken; ronken; snorren; verzamelen; zagen; zich krabben
raspar afkrabben; schrapen; schrappen afschrappen; raspen; schaven; schuren; te niet doen; wegkrabben
raspar zanahorias krabben; schrappen; wortels schrapen
restregar afkrabben; schrapen; schrappen gladmaken; gladwrijven
ModifierRelated TranslationsOther Translations
anular circulaire; ringvormig

Wiktionary Translations for schrappen:


Cross Translation:
FromToVia
schrappen cruzar; tachar cross out — to strike out
schrappen privar el paso; interceptar; obstruir barrerfermer avec une barre par-derrière.
schrappen tachar biffereffacer ce qui écrire.
schrappen rascar; raspar; raer gratterracler pour nettoyer, pour effacer ou pour polir.
schrappen anular; contramandar; liquidar; eliminar; exterminar supprimer — Traductions à trier suivant le sens

Related Translations for schrappen