Dutch

Detailed Translations for belonen from Dutch to Spanish

belonen:

Conjugations for belonen:

o.t.t.
  1. beloon
  2. beloont
  3. beloont
  4. belonen
  5. belonen
  6. belonen
o.v.t.
  1. beloonde
  2. beloonde
  3. beloonde
  4. beloonden
  5. beloonden
  6. beloonden
v.t.t.
  1. heb beloond
  2. hebt beloond
  3. heeft beloond
  4. hebben beloond
  5. hebben beloond
  6. hebben beloond
v.v.t.
  1. had beloond
  2. had beloond
  3. had beloond
  4. hadden beloond
  5. hadden beloond
  6. hadden beloond
o.t.t.t.
  1. zal belonen
  2. zult belonen
  3. zal belonen
  4. zullen belonen
  5. zullen belonen
  6. zullen belonen
o.v.t.t.
  1. zou belonen
  2. zou belonen
  3. zou belonen
  4. zouden belonen
  5. zouden belonen
  6. zouden belonen
diversen
  1. beloon!
  2. beloont!
  3. beloond
  4. belonend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for belonen:

NounRelated TranslationsOther Translations
atender gehoor; gevolg; gevolg geven aan; klaarstaan
pagar boeten
VerbRelated TranslationsOther Translations
abonar honorarios belonen; betalen; bezoldigen; honoreren; salariëren
admitir belonen; betalen; bezoldigen; honoreren; salariëren afrekenen; beamen; bekennen; betalen; bevestigen; billijken; binnen laten; binnenlaten; dokken; dulden; gedogen; goedkeuren; gunnen; gunst verlenen; iets als lof zeggen; iets toekennen; inlaten; inwilligen; laten; naarbinnen laten; nageven; onderschrijven; permitteren; staven; toebedelen; toegang verschaffen; toekennen; toelaten; toestaan; toewijzen; tolereren; vergunnen; verlenen
atender belonen; betalen; bezoldigen; honoreren; salariëren aandachtig luisteren; aanhoren; afrekenen; assisteren; beantwoorden; bedienen; betalen; bijspringen; bijstaan; dokken; gehoorzamen; handreiken; helpen; iemand vervangen; knoppen bedienen; lonen; luisteren; ondersteunen; ondervragen; opletten; overhoren; seconderen; serveren; toehoren; toeluisteren; uithoren; uitvragen; verhoren; verplegen; verzorgen; weldoen; zorg dragen; zorgen; zorgen voor; zorgen voor iets
compensar belonen; betalen; bezoldigen; honoreren; salariëren bijspijkeren; compenseren; goedmaken; inhalen; opwegen; vergoeden; verrekenen
devolver belonen; betalen; bezoldigen; honoreren; salariëren afstaan; braken; capituleren; kotsen; opgeven; overgeven; restitueren; retourneren; spugen; spuwen; terecht brengen; terugbezorgen; terugbrengen; teruggeven; teruggooien; terugsturen; terugwerpen; terugzenden; uitbraken; uitleveren; vomeren; zich overgeven
gratificar belonen; betalen; bezoldigen; honoreren; salariëren afrekenen; betalen; dokken; lonen
pagar belonen; betalen; bezoldigen; honoreren; salariëren afbetalen; afrekenen; bekostigen; besteden; betalen; boeten; deponeren; dokken; geld overmaken; gieten; gunnen; iets toekennen; lonen; neerleggen; onderuit halen; ophoesten; overboeken; overschrijven; overzenden; schenken; spenderen; storten; toebedelen; toekennen; toewijzen; uitbetalen; uitgeven; uitkeren; uitstorten; vereffenen; verrekenen; voldoen; voor de dag komen met
poner algo de su parte belonen; betalen; bezoldigen; honoreren; salariëren
premiar belonen; betalen; bezoldigen; honoreren; salariëren afrekenen; bekronen; betalen; dokken; kronen
recompensar belonen; betalen; bezoldigen; honoreren; salariëren afrekenen; betalen; compenseren; dokken; goedmaken; lonen; vergoeden
reembolsar belonen; betalen; bezoldigen; honoreren; salariëren restitueren; terugbezorgen; terugsturen
remunerar belonen; betalen; bezoldigen; honoreren; salariëren aanzuiveren; afrekenen; betalen; compenseren; dokken; genoegdoen; goedmaken; lonen; nabetalen; vergoeden
retribuir belonen; betalen; bezoldigen; honoreren; salariëren afrekenen; betalen; dokken; lonen
satisfacer los deseos de una persona belonen; betalen; bezoldigen; honoreren; salariëren

Wiktionary Translations for belonen:

belonen
verb
  1. een prestatie of goede daad met geld of anderszins erkennen

Cross Translation:
FromToVia
belonen recompensar; premiar belohnen — jemandem für eine gute Handlung etwas geben, das er haben möchte
belonen recompensar reward — give a reward to
belonen recompensar; galardonar récompenserdonner une récompense, faire du bien à quelqu’un en reconnaissance de quelque service, ou en faveur de quelque bonne action.

External Machine Translations: