Dutch

Detailed Translations for bericht from Dutch to Spanish

bericht:

bericht [het ~] noun

  1. het bericht (tijding)
    el mensaje; la noticia
  2. het bericht (aankondiging; melding)
    el anuncio; la notificación; el aviso; la mención; la comunicación; la información; el informe; la referencia
  3. het bericht (mededeling; boodschap; vermelding; )
    la notificación; la noticia; el aviso; la publicación; la comunicación; la información
  4. het bericht (verslag; referaat)
    el informe; la relación; la versión
  5. het bericht (tijdschrift; periodiek; magazine; )
    el mensuario; el informe; la revista mensual; la revista semanal; el semanario
  6. het bericht
  7. het bericht
    el mensaje
  8. het bericht (document)
    el mensaje; el documento

Translation Matrix for bericht:

NounRelated TranslationsOther Translations
anuncio aankondiging; bericht; melding aangifte; aankondiging; advertentie; adverteren; afkondiging; annonce; annonceren; annoncering; bekendmaking; bevestiging; bewering; commercial; convocatie; declaratie; decreet; het uitspreken; kennisgeving; mededeling; melding; memorandum; opheldering; proclamatie; statement; toelichting; uitlegging; uitspraak; uitvaardiging; verklaring; verkondiging; verwittiging
artículo artikel; beding; bouwstof; clausule; ding; essay; goed; grondstof; hoofdwoord; item; lemma; lidwoord; materiaal; object; verhandeling; voorwerp; zaak; zinsnede
aviso aankondiging; bekendmaking; bericht; boodschap; gewag; mededeling; melding; opgave; relaas; tijding; uitspraak; vermelding; verwittiging aankondigen; aanschrijving; aanzeggen; aanzegging; afkondiging; convocatie; decreet; herinnering; informatie; informeren; kennisgeven; kennisgeving; konde doen; mededeling; memorandum; opheldering; toelichting; uiteenzetting; uitleg; uitvaardiging; verduidelijking; verklaring; vermaning; verwittiging; waarschuwing
comunicación aankondiging; bekendmaking; bericht; boodschap; gewag; mededeling; melding; opgave; relaas; tijding; uitspraak; vermelding; verwittiging aaneenkoppeling; aaneensluiting; aangifte; aansluiting; band; bereikbaarheid; bevestiging; bewering; communicatie; connectie; contact; convocatie; declaratie; het uitspreken; informatie; kennisgeving; koppeling; liaison; link; mededeling; openbare publicatie; opheldering; publicatie; publikatie; relatie; ruchtbaarheid; samenhang; statement; toelichting; uitgave; uitgifte; uiting; uitlegging; uitspraak; verband; verbinding; verklaring; verwittiging
documento bericht; document brokje; certificaat; charter; diploma; document; essay; geschreven stuk; geschrevene; geschrift; kleine brok; oorkonde; schriftuur; script; tekst; verhandeling
información aankondiging; bekendmaking; bericht; boodschap; gewag; mededeling; melding; opgave; relaas; tijding; uitspraak; vermelding; verwittiging aangifte; aankondigen; aanwijzing; bekendmaken; berichtgeving; bevestiging; bewering; convocatie; declaratie; het uitspreken; info; informatie; informeren; inlichting; kennisgeving; kennisoverdracht; mededeling; mededelingen; melden; opheldering; statement; tip; toelichting; uitlegging; uitspraak; verklaring; verslaggeving; verwittiging; vingerwenk; vingerwijzing; voorlichting; wenk
informe aankondiging; bericht; blad; maandblad; magazine; melding; periodiek; referaat; tijdschrift; tijdspiegel; verslag; weekblad aangifte; aankondiging; afkondiging; bekendmaking; bevestiging; bewering; convocatie; declaratie; het uitspreken; informatie; journaal; kennisgeving; kennisoverdracht; mededeling; melding; navraag; nieuws; opheldering; opstel; proclamatie; rapport; referentie; scriptie; statement; toelichting; uitlegging; uitspraak; verklaring; verkondiging; verslag; verwijzing; verwittiging
mención aankondiging; bericht; melding aangifte; bevestiging; bewering; declaratie; het uitspreken; mededeling; opheldering; ruchtbaarheid; statement; toelichting; toespeling; uiting; uitlegging; uitspraak; verklaring; verwijzing
mensaje bericht; document; tijding e-mailbericht
mensuario bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad
noticia bekendmaking; bericht; boodschap; gewag; mededeling; melding; opgave; relaas; tijding; uitspraak; vermelding; verwittiging aangifte; aankondiging; afkondiging; bekendmaking; bevestiging; bewering; convocatie; declaratie; het uitspreken; journaal; kennisgeving; mededeling; melding; nieuws; opheldering; proclamatie; statement; toelichting; uitlegging; uitspraak; verklaring; verkondiging; verwittiging
notificación aankondiging; bekendmaking; bericht; boodschap; gewag; mededeling; melding; opgave; relaas; tijding; uitspraak; vermelding; verwittiging aangifte; aankondigen; aanschrijving; aanzeggen; aanzegging; afkondiging; bekendmaking; bevestiging; bewering; claim; convocatie; declaratie; decreet; informatie; informeren; kennisgeven; kennisgeving; konde doen; mededeling; melding; openbaarmaking; openbare publicatie; opheldering; proclamatie; publicatie; publikatie; statement; toelichting; uiteenzetting; uitgave; uitgifte; uitleg; uitlegging; uitvaardiging; verduidelijking; verklaring; verwittiging
publicación bekendmaking; bericht; boodschap; gewag; mededeling; melding; opgave; relaas; tijding; uitspraak; vermelding; verwittiging afkondiging; artikel; bekendmaking; besteding; convocatie; kennisgeving; mededeling; openbaarmaking; openbare publicatie; proclamatie; publicatie; publikatie; ruchtbaarheid; stuk; uitgave; uitgifte; verwittiging
referencia aankondiging; bericht; melding aanbeveling; aanprijzing; getuigschrift; handelsreferentie; het uitspreken; kamprechter; recommandatie; referentie; scheidsman; scheidsrechter; toespeling; uiting; uitspraak; verwijsbrief; verwijsbriefje; verwijzing
relación bericht; referaat; verslag aansluiting; affaire; akkoord; alliantie; avontuurtje; band; binding; bond; bondgenootschap; connectie; correlatie; federatie; gebondenheid; het gebonden zijn; liaison; liefdesbetrekking; liefdesrelatie; liga; link; onderling verband; pact; rapport; relatie; reportage; samenhang; schakel; slippertje; unie; verband; verbinding; verbond; verdrag; verhaal; verhouding; verkering; verslag; weergave
revista mensual bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad
revista semanal bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad magazijn; voorraadmagazijn
semanario bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad magazijn; voorraadmagazijn
versión bericht; referaat; verslag beschouwing; interpretatie; inzicht; lezing; versie; vertaling; vertolking; visie
- boodschap
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
artículo bericht
elemento para exponer bericht
ModifierRelated TranslationsOther Translations
informe ongevormd; vormloos

Related Words for "bericht":

  • berichtten

Synonyms for "bericht":


Related Definitions for "bericht":

  1. mondelinge of schriftelijke informatie1
    • we hebben nog geen bericht van Ahmed1

Wiktionary Translations for bericht:

bericht
noun
  1. overgebrachte korte communicatie, meestal over een recente gebeurtenis

Cross Translation:
FromToVia
bericht mensaje; recado message — a concept conveyed
bericht nota Notiz — kurze, stichwortartige Auflistung
bericht mensaje messagecharge ou commission de dire ou de porter quelque chose.
bericht aviso; informe renseignementindice qui nous aider à connaître certaines choses ou qui nous éclairer sur une personne.

bericht form of berichten:

Conjugations for berichten:

o.t.t.
  1. bericht
  2. bericht
  3. bericht
  4. berichten
  5. berichten
  6. berichten
o.v.t.
  1. berichtte
  2. berichtte
  3. berichtte
  4. berichtten
  5. berichtten
  6. berichtten
v.t.t.
  1. heb bericht
  2. hebt bericht
  3. heeft bericht
  4. hebben bericht
  5. hebben bericht
  6. hebben bericht
v.v.t.
  1. had bericht
  2. had bericht
  3. had bericht
  4. hadden bericht
  5. hadden bericht
  6. hadden bericht
o.t.t.t.
  1. zal berichten
  2. zult berichten
  3. zal berichten
  4. zullen berichten
  5. zullen berichten
  6. zullen berichten
o.v.t.t.
  1. zou berichten
  2. zou berichten
  3. zou berichten
  4. zouden berichten
  5. zouden berichten
  6. zouden berichten
diversen
  1. bericht!
  2. bericht!
  3. bericht
  4. berichtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

berichten [de ~] noun

  1. de berichten

Translation Matrix for berichten:

NounRelated TranslationsOther Translations
notificar aanschrijven; aanzeggen
VerbRelated TranslationsOther Translations
comentar sobre berichten; informeren; meedelen; melden; rapporteren; verslag uitbrengen
comunicar berichten; iets melden aandienen; aanschrijven; aanzeggen; afkondigen; babbelen; bekendmaken; bewust maken; communiceren; doorgeven; doorspelen; doorverbinden; doorvertellen; iets aankondigen; informeren; inlichten; kakelen; kennis geven; kennisgeven van; klappen; kletsen; konde doen; kwebbelen; kwekken; kwetteren; mening kenbaar maken; op de hoogte brengen; overbrengen; praten; proclameren; rondbrieven; rondvertellen; snateren; spreken; tippen; van iets in kennis stellen; verkondigen; verwittigen; waarschuwen; wauwelen; zeggen; zwammen
dar informes berichten; iets melden attenderen; bewust maken; informeren; inlichten; kennisgeven van; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen; wijzen; zeggen
dar informes sobre berichten; iets melden informeren; inlichten; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen
declarar berichten; informeren; meedelen; melden; rapporteren; verslag uitbrengen aangeven; afkondigen; bekendmaken; declareren; decreteren; duiden; ontvouwen; proclameren; uiteenzetten; uitleggen; verduidelijken
hacer saber berichten; iets melden aanschrijven; aanzeggen; bewust maken; informeren; inlichten; kennis geven; kennisgeven van; konde doen; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen; zeggen
informar berichten; iets melden; informeren; meedelen; melden; rapporteren; verslag uitbrengen attenderen; bewust maken; informeren; inlichten; kennisgeven van; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen; wijzen; zeggen
informar de berichten; informeren; meedelen; melden; rapporteren; verslag uitbrengen aandienen; afkondigen; bekendmaken; iets aankondigen; informeren; inlichten; op de hoogte brengen; proclameren; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen
notificar berichten; informeren; meedelen; melden; rapporteren; verslag uitbrengen afkondigen; aflezen; afroepen; bekend maken; bekendmaken; decreteren; erbij zeggen; noemen; ontbieden; openbaar maken; oplezen; oproepen; sommeren; uitvaardigen; vermelden
poner al día berichten; iets melden
poner al tanto berichten; iets melden inseinen
poner en conocimiento berichten; iets melden informeren; inlichten; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen
presentar un informe berichten; iets melden
rendir informe berichten; informeren; meedelen; melden; rapporteren; verslag uitbrengen
reportar berichten; iets melden; informeren; meedelen; melden; rapporteren; verslag uitbrengen informeren; inlichten; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen
reportear berichten; iets melden informeren; inlichten; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
mensajería berichten
mensajes berichten

Wiktionary Translations for berichten:

berichten
verb
  1. van nieuws voorzien over iets

Cross Translation:
FromToVia
berichten relatar; referir; reportar berichten — jemanden über etwas informieren
berichten informar report — to relate details of
berichten comunicar communiquerrendre commun à ; faire part de ; transmettre.
berichten informar informerinstruire de quelque chose ; faire savoir quelque chose.
berichten informar renseigner — Donner des renseignements. (Sens général).

Related Translations for bericht