Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. bevreemden:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bevreemden from Dutch to Spanish

bevreemden:

bevreemden verb (bevreemd, bevreemdt, bevreemdde, bevreemdden, bevreemd)

  1. bevreemden (verwonderen; verbazen; verbijsteren)

Conjugations for bevreemden:

o.t.t.
  1. bevreemd
  2. bevreemdt
  3. bevreemdt
  4. bevreemden
  5. bevreemden
  6. bevreemden
o.v.t.
  1. bevreemdde
  2. bevreemdde
  3. bevreemdde
  4. bevreemdden
  5. bevreemdden
  6. bevreemdden
v.t.t.
  1. heb bevreemd
  2. hebt bevreemd
  3. heeft bevreemd
  4. hebben bevreemd
  5. hebben bevreemd
  6. hebben bevreemd
v.v.t.
  1. had bevreemd
  2. had bevreemd
  3. had bevreemd
  4. hadden bevreemd
  5. hadden bevreemd
  6. hadden bevreemd
o.t.t.t.
  1. zal bevreemden
  2. zult bevreemden
  3. zal bevreemden
  4. zullen bevreemden
  5. zullen bevreemden
  6. zullen bevreemden
o.v.t.t.
  1. zou bevreemden
  2. zou bevreemden
  3. zou bevreemden
  4. zouden bevreemden
  5. zouden bevreemden
  6. zouden bevreemden
diversen
  1. bevreemd!
  2. bevreemdt!
  3. bevreemd
  4. bevreemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bevreemden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
asombrarse bevreemden; verbazen; verbijsteren; verwonderen opkijken; opzien; verrast opkijken; versteld staan
sorprenderse bevreemden; verbazen; verbijsteren; verwonderen

Wiktionary Translations for bevreemden:


Cross Translation:
FromToVia
bevreemden asombrar; admirar étonner — (term, sens étymologique concret) ébranler à la manière du tonnerre.