Summary


Dutch

Detailed Translations for buitenkant from Dutch to Spanish

buitenkant:

buitenkant [de ~ (m)] noun

  1. de buitenkant (omhulsel; huls; omwindsel; omkleedsel)
    la caja; el paquete; el envase; el estuche; el embalaje; el casquillo; la cápsula; el envoltorio
  2. de buitenkant (uiterlijk; verschijning; voorkomen; )
    el aspecto; el semblante; el aire; la expresión; la cara; la figura
  3. de buitenkant (buitenzijde)
    el exterior
  4. de buitenkant (iemand zijn uiterlijk; verschijning; uiterlijk; )
    la apariencia

Translation Matrix for buitenkant:

NounRelated TranslationsOther Translations
aire aangezicht; aanzien; buitenkant; gedaante; gelaat; type; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm air; buitenlucht; deun; lucht; melodie; openlucht; wijs
apariencia aangezicht; buitenkant; gedaante; iemand zijn uiterlijk; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm aanzien; dekmantel; exterieur; faam; façade; illusie; masker; naam; reputatie; roep; schijn; uiterlijke schijn; voorkomen; voorwending
aspecto aangezicht; aanzien; buitenkant; gedaante; gelaat; type; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm aanblik; aanzicht; aspect; denkbeeld; facet; gezicht; gezichtshoek; gezichtspunt; idee; interpretatie; invalshoek; inzicht; kijk; lezing; mening; oogpunt; oordeel; opinie; opvatting; opzicht; panorama; perspectief; prospect; standpunt; uitzicht; vergezicht; visie; vue; zicht; zienswijs; zienswijze
caja buitenkant; huls; omhulsel; omkleedsel; omwindsel box; doodskist; doos; geldlade; huls; kas; kasregister; kassa; kist; krat; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; opbergdoos; opbergruimte; schacht; trom; trommel; verpakking
cara aangezicht; aanzien; buitenkant; gedaante; gelaat; type; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm aangezicht; afscheiding; beschot; cara; gelaat; gezicht; kijk; panorama; prospect; schot; tussenmuur; tussenschot; uitzicht; vergezicht; vooreind; vooreinde; voorste gedeelte; vue; zicht
casquillo buitenkant; huls; omhulsel; omkleedsel; omwindsel huls; omhulling; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; schulp; verpakking
cápsula buitenkant; huls; omhulsel; omkleedsel; omwindsel bolster; capsule; dop; huls; omhulling; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; schaal; schelp; schil; schulp; verpakking
embalaje buitenkant; huls; omhulsel; omkleedsel; omwindsel allegaartje; emballage; huls; mengelmoes; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; rugzak; samenraapsel; verpakking
envase buitenkant; huls; omhulsel; omkleedsel; omwindsel allegaartje; emballage; mengelmoes; samenraapsel; verpakking
envoltorio buitenkant; huls; omhulsel; omkleedsel; omwindsel allegaartje; emballage; huls; mengelmoes; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; samenraapsel; verpakking
estuche buitenkant; huls; omhulsel; omkleedsel; omwindsel bolster; dop; etui; foedraal; houder; koker; kokervormig doosje; omhulling; pennendoosje; pennenhouder; pennenkoker; schaal; schil; schulp
expresión aangezicht; aanzien; buitenkant; gedaante; gelaat; type; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm expressie; gelaatsuitdrukking; gezichtsuitdrukking; het uitspreken; uitdrukking; uiting; uitspraak; verwoording
exterior buitenkant; buitenzijde aanzien; buitenland; eigenaardig land; exterieur; vreemd land
figura aangezicht; aanzien; buitenkant; gedaante; gelaat; type; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm figuur; gedaante; gestalte; iemand; individu; lichaamslijn; mens; mensenkind; persoon; postuur; schim; silhouet; type; verschijning; vorm; wezen
paquete buitenkant; huls; omhulsel; omkleedsel; omwindsel allegaartje; baal; bos; bundel; doos; gezichtsmasker; herenkostuum; huls; mengelmoes; moot; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; opbergdoos; pak; pakje; pakket; plak; postpakket; samenraapsel; tranche; verpakking
semblante aangezicht; aanzien; buitenkant; gedaante; gelaat; type; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm aanzien; exterieur
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
caja doos
expresión expressie
ModifierRelated TranslationsOther Translations
exterior buitenlands; buitenslands; uiterlijk; uitgaand; uitlandig; uitwendig

Related Words for "buitenkant":

  • buitenkanten

Wiktionary Translations for buitenkant:

buitenkant
noun
  1. het uitwendige van iets

Cross Translation:
FromToVia
buitenkant exterior outside — outer surface
buitenkant periferia periphery — outside boundary, parts or surface