Dutch

Detailed Translations for dichten from Dutch to Spanish

dichten:

Conjugations for dichten:

o.t.t.
  1. dicht
  2. dicht
  3. dicht
  4. dichten
  5. dichten
  6. dichten
o.v.t.
  1. dichtte
  2. dichtte
  3. dichtte
  4. dichtten
  5. dichtten
  6. dichtten
v.t.t.
  1. heb gedicht
  2. hebt gedicht
  3. heeft gedicht
  4. hebben gedicht
  5. hebben gedicht
  6. hebben gedicht
v.v.t.
  1. had gedicht
  2. had gedicht
  3. had gedicht
  4. hadden gedicht
  5. hadden gedicht
  6. hadden gedicht
o.t.t.t.
  1. zal dichten
  2. zult dichten
  3. zal dichten
  4. zullen dichten
  5. zullen dichten
  6. zullen dichten
o.v.t.t.
  1. zou dichten
  2. zou dichten
  3. zou dichten
  4. zouden dichten
  5. zouden dichten
  6. zouden dichten
diversen
  1. dicht!
  2. dicht!
  3. gedicht
  4. dichtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

dichten [het ~] noun

  1. het dichten (verzen maken)

Translation Matrix for dichten:

NounRelated TranslationsOther Translations
cerrar dichtdoen; dichtdraaien
escritura de poesía dichten; verzen maken
tapar afstoppen; stoppen
VerbRelated TranslationsOther Translations
calafatear breeuwen; dichten
cerrar dichten; dichtmaken; dichtstoppen; stoppen aantrekken; afbakenen; afgrendelen; afpalen; afschotten; afschutten; afsluiten; afzetten; afzien van rechtsvervolging; begrenzen; beknotten; beperken; borgen; correct zijn; dicht maken; dichtbinden; dichtdoen; dichtdraaien; dichtgaan; dichtgooien; dichtmaken; dichtslaan; dichttrekken; dichtvallen; dichtwerpen; grendelen; kloppen; locken; omlijnen; op slot doen; op slot zetten; schutten; seponeren; sluiten; toebinden; toedoen; toedraaien; toemaken; toetrekken; toevallen; uitdoen; uitdraaien; vergrendelen; zich sluiten
cerrar herméticamente dichten; dichtmaken; dichtstoppen; stoppen dicht maken; dichtdoen; dichtmaken; sluiten; toedoen; toetrekken
escribir poesía breeuwen; dichten; gedichten schrijven
isolar afdichten; dichten isoleren; koudebestendig maken
poetizar breeuwen; dichten
tapar dichten; dichtmaken; dichtstoppen; gaten stoppen; stoppen afdekken; afschermen; afschutten; bedekken; bekleden; beschermen; beschutten; camoufleren; dichtdoen; dichtgooien; dichtmaken; dichtslaan; dichtwerpen; in omgeving op laten gaan; overtrekken; sluiten; toedoen; toestoppen; toetrekken
versificar dichten; verzen maken

Wiktionary Translations for dichten:


Cross Translation:
FromToVia
dichten tapar; cerrar close — obstruct (an opening)
dichten embozar; obturar; tapar; obstruir; bloquear boucher — Traductions à trier suivant le sens

Related Translations for dichten