Summary


Dutch

Detailed Translations for kostwinnen from Dutch to Spanish

kostwinnen:

kostwinnen verb (win kost, wint kost, won kost, wonnen kost, kostgewonnen)

  1. kostwinnen

Conjugations for kostwinnen:

o.t.t.
  1. win kost
  2. wint kost
  3. wint kost
  4. winnen kost
  5. winnen kost
  6. winnen kost
o.v.t.
  1. won kost
  2. won kost
  3. won kost
  4. wonnen kost
  5. wonnen kost
  6. wonnen kost
v.t.t.
  1. heb kostgewonnen
  2. hebt kostgewonnen
  3. heeft kostgewonnen
  4. hebben kostgewonnen
  5. hebben kostgewonnen
  6. hebben kostgewonnen
v.v.t.
  1. had kostgewonnen
  2. had kostgewonnen
  3. had kostgewonnen
  4. hadden kostgewonnen
  5. hadden kostgewonnen
  6. hadden kostgewonnen
o.t.t.t.
  1. zal kostwinnen
  2. zult kostwinnen
  3. zal kostwinnen
  4. zullen kostwinnen
  5. zullen kostwinnen
  6. zullen kostwinnen
o.v.t.t.
  1. zou kostwinnen
  2. zou kostwinnen
  3. zou kostwinnen
  4. zouden kostwinnen
  5. zouden kostwinnen
  6. zouden kostwinnen
diversen
  1. win kost!
  2. wint kost!
  3. kostgewonnen
  4. kostwinnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for kostwinnen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
ganar kostwinnen aankopen; aanschaffen; behalen; binnenbrengen; binnenhalen; buitmaken; de kost verdienen; de overwinning behalen; gewinnen; halen; in het leven roepen; kopen; maken; pakken; scheppen; tot stand brengen; vangen; verdienen; verkrijgen; verwerven; voor elkaar krijgen; winnen; zegevieren
ganar dinero kostwinnen de kost verdienen; verdienen
hacerse acreedor a kostwinnen
mantener a la familia kostwinnen de kost verdienen; verdienen
merecer kostwinnen de kost verdienen; verdienen