Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. liefhebbend:
  2. liefhebben:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for liefhebbend from Dutch to Spanish

liefhebbend:

liefhebbend adj

  1. liefhebbend

Translation Matrix for liefhebbend:

NounRelated TranslationsOther Translations
cariñoso troeteltje
ModifierRelated TranslationsOther Translations
cariñoso liefhebbend aanhankelijk; attractief; diep; dierbaar; favoriete; fraai; geselecteerd; goed ogend; innig; intens; intiem; knap; liefderijk; liefdevol; lievelings; mooi; toegenegen; verkoren; vertrouwelijk; welgevallig
tierno liefhebbend diep; dun; fijn; fijngebouwd; fijngevoelig; fijnzinnig; gammel; innig; intens; krakkemikkig; lichtgebouwd; liefderijk; liefdevol; mals; murw; pril; rank; sappig; slank; teerbesnaard; teergevoelig; teerhartig; tenger; vroeg; wankel; weekhartig; welig; zacht; zacht aanvoelend; zwak

Wiktionary Translations for liefhebbend:


Cross Translation:
FromToVia
liefhebbend amativo aimant — Qui porter à aimer.

liefhebbend form of liefhebben:

liefhebben verb (heb lief, hebt lief, had lief, hadden lief, lief gehad)

  1. liefhebben (houden van; beminnen)
    querer; amar; mantener

Conjugations for liefhebben:

o.t.t.
  1. heb lief
  2. hebt lief
  3. hebt lief
  4. hebben lief
  5. hebben lief
  6. hebben lief
o.v.t.
  1. had lief
  2. had lief
  3. had lief
  4. hadden lief
  5. hadden lief
  6. hadden lief
v.t.t.
  1. heb lief gehad
  2. hebt lief gehad
  3. heeft lief gehad
  4. hebben lief gehad
  5. hebben lief gehad
  6. hebben lief gehad
v.v.t.
  1. had lief gehad
  2. had lief gehad
  3. had lief gehad
  4. hadden lief gehad
  5. hadden lief gehad
  6. hadden lief gehad
o.t.t.t.
  1. zal liefhebben
  2. zult liefhebben
  3. zal liefhebben
  4. zullen liefhebben
  5. zullen liefhebben
  6. zullen liefhebben
o.v.t.t.
  1. zou liefhebben
  2. zou liefhebben
  3. zou liefhebben
  4. zouden liefhebben
  5. zouden liefhebben
  6. zouden liefhebben
en verder
  1. ben liefgehad
  2. bent liefgehad
  3. is liefgehad
  4. zijn liefgehad
  5. zijn liefgehad
  6. zijn liefgehad
diversen
  1. heb lief!
  2. hebt lief!
  3. lief gehad
  4. liefhebbend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for liefhebben:

NounRelated TranslationsOther Translations
mantener instandhouden
VerbRelated TranslationsOther Translations
amar beminnen; houden van; liefhebben beminnen; minnen
mantener beminnen; houden van; liefhebben behouden; bestendigen; financieel steunen; in stand houden; niet laten gaan; niet terugnemen; onderhouden; vasthouden
querer beminnen; houden van; liefhebben begeren; believen; beminnen; hopen; kwijnen; kwijnend verlangen; minnen; moeten; op hopen zetten; smachten; snakken; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen; wensen; willen

Wiktionary Translations for liefhebben:


Cross Translation:
FromToVia
liefhebben querer; amar love — have a strong affection for
liefhebben apreciar; estimar aimerressentir un fort sentiment d’attirance pour quelqu’un ou quelque chose.