Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. mismaken:


Dutch

Detailed Translations for mismaken from Dutch to Spanish

mismaken:

mismaken verb (mismaak, mismaakt, mismaakte, mismaakten, mismaakt)

  1. mismaken (verminken; misvormen)

Conjugations for mismaken:

o.t.t.
  1. mismaak
  2. mismaakt
  3. mismaakt
  4. mismaken
  5. mismaken
  6. mismaken
o.v.t.
  1. mismaakte
  2. mismaakte
  3. mismaakte
  4. mismaakten
  5. mismaakten
  6. mismaakten
v.t.t.
  1. ben mismaakt
  2. bent mismaakt
  3. is mismaakt
  4. zijn mismaakt
  5. zijn mismaakt
  6. zijn mismaakt
v.v.t.
  1. was mismaakt
  2. was mismaakt
  3. was mismaakt
  4. waren mismaakt
  5. waren mismaakt
  6. waren mismaakt
o.t.t.t.
  1. zal mismaken
  2. zult mismaken
  3. zal mismaken
  4. zullen mismaken
  5. zullen mismaken
  6. zullen mismaken
o.v.t.t.
  1. zou mismaken
  2. zou mismaken
  3. zou mismaken
  4. zouden mismaken
  5. zouden mismaken
  6. zouden mismaken
diversen
  1. mismaak!
  2. mismaakt!
  3. mismaakt
  4. mismakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for mismaken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
afear mismaken; misvormen; verminken lelijk maken; ontsieren; schoonheid benadelen
deformar mismaken; misvormen; verminken een andere vorm geven; kapotmaken; moeren; mollen; verbasteren; vertekenen; vervormen
desfigurar mismaken; misvormen; verminken een andere vorm geven; kapotmaken; knakken; moeren; mollen; verbasteren; verdraaien; vertekenen; vervormen; zich omdraaien
malformar mismaken; misvormen; verminken