Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. noodzaken tot:


Dutch

Detailed Translations for noodzaken tot from Dutch to Spanish

noodzaken tot:

noodzaken tot verb (noodzaak tot, noodzaakt tot, noodzaakte tot, noodzaakten tot, genoodzaakt tot)

  1. noodzaken tot

Conjugations for noodzaken tot:

o.t.t.
  1. noodzaak tot
  2. noodzaakt tot
  3. noodzaakt tot
  4. noodzaken tot
  5. noodzaken tot
  6. noodzaken tot
o.v.t.
  1. noodzaakte tot
  2. noodzaakte tot
  3. noodzaakte tot
  4. noodzaakten tot
  5. noodzaakten tot
  6. noodzaakten tot
v.t.t.
  1. ben genoodzaakt tot
  2. bent genoodzaakt tot
  3. is genoodzaakt tot
  4. zijn genoodzaakt tot
  5. zijn genoodzaakt tot
  6. zijn genoodzaakt tot
v.v.t.
  1. was genoodzaakt tot
  2. was genoodzaakt tot
  3. was genoodzaakt tot
  4. waren genoodzaakt tot
  5. waren genoodzaakt tot
  6. waren genoodzaakt tot
o.t.t.t.
  1. zal noodzaken tot
  2. zult noodzaken tot
  3. zal noodzaken tot
  4. zullen noodzaken tot
  5. zullen noodzaken tot
  6. zullen noodzaken tot
o.v.t.t.
  1. zou noodzaken tot
  2. zou noodzaken tot
  3. zou noodzaken tot
  4. zouden noodzaken tot
  5. zouden noodzaken tot
  6. zouden noodzaken tot
diversen
  1. noodzaak tot!
  2. noodzaakt tot!
  3. genoodzaakt tot
  4. noodzakend tot
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for noodzaken tot:

VerbRelated TranslationsOther Translations
coaccionar noodzaken tot door iets genoodzaakt worden; noodzaken; nopen
compeler noodzaken tot dwingen; forceren; verplichten
forzar noodzaken tot afdwingen; doordrijven; dwingen; forceren; geweld gebruiken; kraken; losbreken; onteren; ontwijden; openbreken; openrukken; opentrappen; overbelasten
obligar noodzaken tot afdwingen; bevelen; commanderen; decreteren; dicteren; dwingen; forceren; gebieden; gelasten; opdragen; opdwingen; verordenen; verordonneren; voorschrijven

Related Translations for noodzaken tot