Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. ongedwongen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for ongedwongen from Dutch to Spanish

ongedwongen:

ongedwongen adj

  1. ongedwongen (ongekunsteld; natuurlijk)

Translation Matrix for ongedwongen:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
ingenuo natuurlijk; ongedwongen; ongekunsteld argeloos; eerlijk; fideel; goedgelovig; lichtgelovig; naief; naïef; onbekrompen; onbevangen; ongeveinsd; onnozel; openhartig; oprecht; rondborstig; trouwhartig; wereldvreemd
inocente natuurlijk; ongedwongen; ongekunsteld als een kind; argeloos; gevaarloos; kuis; maagdelijk; naief; naïef; onbevlekt; ongevaarlijk; onnozel; onschadelijk; onschuldig; puur; rein; schuldeloos; schuldloos; vlekkeloos; zuiver
natural natuurlijk; ongedwongen; ongekunsteld 'tuurlijk; aangeboren; allicht; automatisch; bijgevolg; dus; eigen; in een handomdraai; logisch; moeiteloos; natuurlijk; ongecultiveerd; onontgonnen; onontkomelijk; onvermengd; puur; uiteraard; van nature aanwezig; vanzelf; vanzelfsprekend; zeker; zonder moeite; zonder twijfel; zuiver
sencillo natuurlijk; ongedwongen; ongekunsteld argeloos; bescheiden; doodgewoon; eenvoudig; gemakkelijk; gemeen; goedgelovig; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; licht; lichtgelovig; makkelijk; natuurlijk; naïef; nederig; niet hoogmoedig; niet moeilijk; niet voornaam; onedel; ongecompliceerd; ongekunsteld; onopgemaakt; onopgesmukt; onvolwaardig; probleemloos; simpel; van eenvoudige komaf

Related Words for "ongedwongen":


Wiktionary Translations for ongedwongen:


Cross Translation:
FromToVia
ongedwongen exento; libre free — without obligations