Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. oorlog:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for oorlog from Dutch to Spanish

oorlog:

oorlog [de ~ (m)] noun

  1. de oorlog (strijd)
    la guerra; el combate; la lucha; la batalla; la contienda; la destreza
  2. de oorlog
    la guerra

Translation Matrix for oorlog:

NounRelated TranslationsOther Translations
batalla oorlog; strijd besluiteloosheid; gevecht; handgemeen; kamp; klap; klop; kloppartij; knokpartij; lel; matpartij; mep; slag; strijd; strijden; tik; toegebrachte klap; tweestrijd; twijfel; vechtpartij; veldslag; weifeling; worsteling
combate oorlog; strijd concours; dreun; gevecht; handgemeen; jens; kamp; klap; kloppartij; knal; knokpartij; lel; matpartij; mep; partij; pot; slag; strijd; strijden; tik; toegebrachte klap; vechtpartij; veldslag; wedstrijd; worsteling
contienda oorlog; strijd geharrewar; slag; strijd; veldslag
destreza oorlog; strijd bekwaamheid; kunde; kundigheid; ondervinden; ondervinding; slag; strijd; vaardigheid; veldslag; vingervlugheid
guerra oorlog; strijd slag; strijd; veldslag
lucha oorlog; strijd gevecht; geworstel; kamp; slag; strijd; veldslag; worsteling

Related Words for "oorlog":

  • oorlogen

Antonyms for "oorlog":


Related Definitions for "oorlog":

  1. strijd tussen twee of meer landen of volken1
    • er is nog altijd oorlog in het vroegere Joegoslavië1

Wiktionary Translations for oorlog:

oorlog
noun
  1. een gewapende strijd tussen twee of meer bevolkingsgroepen en/of tussen twee of meer landen

Cross Translation:
FromToVia
oorlog bélico belligerent — of or pertaining to war
oorlog guerra war — conflict involving organized use of arms
oorlog guerra Kriegbewaffneter Konflikt zwischen mindestens zwei Parteien wie Staaten, ethnischen oder sozialen Gruppen
oorlog guerra guerre — politique|fr conflit entre deux nations, qui se vide par la voie des armes ; action d’un peuple qui en attaquer un autre, ou qui résister à une agression, à une invasion.

Related Translations for oorlog