Dutch

Detailed Translations for rooien from Dutch to Spanish

rooien:

rooien verb (rooi, rooit, rooide, rooiden, gerooid)

  1. rooien

Conjugations for rooien:

o.t.t.
  1. rooi
  2. rooit
  3. rooit
  4. rooien
  5. rooien
  6. rooien
o.v.t.
  1. rooide
  2. rooide
  3. rooide
  4. rooiden
  5. rooiden
  6. rooiden
v.t.t.
  1. heb gerooid
  2. hebt gerooid
  3. heeft gerooid
  4. hebben gerooid
  5. hebben gerooid
  6. hebben gerooid
v.v.t.
  1. had gerooid
  2. had gerooid
  3. had gerooid
  4. hadden gerooid
  5. hadden gerooid
  6. hadden gerooid
o.t.t.t.
  1. zal rooien
  2. zult rooien
  3. zal rooien
  4. zullen rooien
  5. zullen rooien
  6. zullen rooien
o.v.t.t.
  1. zou rooien
  2. zou rooien
  3. zou rooien
  4. zouden rooien
  5. zouden rooien
  6. zouden rooien
diversen
  1. rooi!
  2. rooit!
  3. gerooid
  4. rooiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for rooien:

NounRelated TranslationsOther Translations
arrancar aanslingeren; aanzwengelen; afdwingen; afrukken; losrukken; ontwringen
VerbRelated TranslationsOther Translations
arrancar rooien aandrijven; aansporen; aanvangen; afbedelen; afrukken; afscheuren; aftrekken; beginnen; ergens uitscheuren; gebrek hebben; iem. afdwingen; iemand van de plaats dringen; in werking stellen; inluiden; loskrijgen; losmaken; losrukken; losscheuren; lostornen; lostrekken; neerhalen; neersabelen; nijpen; ontrukken; onttrekken; ontworstelen; ontwringen; open krijgen; openkrijgen; opkrikken; opstarten; opwekken; prikkelen; starten; stimuleren; tornen; uithalen; uitrukken; uitscheuren; uittrekken; van het lijf trekken; van start gaan; verdringen; wegrukken; zich door te worstelen bevrijden
desarraigar rooien

Related Definitions for "rooien":

  1. het gewas uit de grond trekken1
    • de aardappels worden gerooid1
  2. het redden, het samen klaarspelen1
    • wij rooien het samen wel1

Wiktionary Translations for rooien:


Cross Translation:
FromToVia
rooien deforestar abholzen — ein Gebiet, einen Landstrich kahl schlagen
rooien talar; destroncar; tumbar abholzen — Bäume in einem Wald, Forst oder Hain fällen
rooien demoler; derribar; deprimir; abatir; desalentar; agotar; matar; vencer; recorrer; atravesar; calmar; sosegar abattre — Traductions à trier suivant le sens