Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. strepen trekken:


Dutch

Detailed Translations for strepen trekken from Dutch to Spanish

strepen trekken:

strepen trekken verb (trek streep, trekt streep, trok streep, trokken streep, streep getrokkenn)

  1. strepen trekken (strepen)

Conjugations for strepen trekken:

o.t.t.
  1. trek streep
  2. trekt streep
  3. trekt streep
  4. trekken streep
  5. trekken streep
  6. trekken streep
o.v.t.
  1. trok streep
  2. trok streep
  3. trok streep
  4. trokken streep
  5. trokken streep
  6. trokken streep
v.t.t.
  1. heb streep getrokkenn
  2. hebt streep getrokkenn
  3. heeft streep getrokkenn
  4. hebben streep getrokkenn
  5. hebben streep getrokkenn
  6. hebben streep getrokkenn
v.v.t.
  1. had streep getrokkenn
  2. had streep getrokkenn
  3. had streep getrokkenn
  4. hadden streep getrokkenn
  5. hadden streep getrokkenn
  6. hadden streep getrokkenn
o.t.t.t.
  1. zal strepen trekken
  2. zult strepen trekken
  3. zal strepen trekken
  4. zullen strepen trekken
  5. zullen strepen trekken
  6. zullen strepen trekken
o.v.t.t.
  1. zou strepen trekken
  2. zou strepen trekken
  3. zou strepen trekken
  4. zouden strepen trekken
  5. zouden strepen trekken
  6. zouden strepen trekken
en verder
  1. ben streep getrokkenn
  2. bent streep getrokkenn
  3. is streep getrokkenn
  4. zijn streep getrokkenn
  5. zijn streep getrokkenn
  6. zijn streep getrokkenn
diversen
  1. trek streep!
  2. trekt streep!
  3. streep getrokkenn
  4. streep trekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for strepen trekken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
trazar rayas strepen; strepen trekken arceren; belijnen; liniëren; van lijnen voorzien

Related Translations for strepen trekken