Dutch

Detailed Translations for typerend from Dutch to Spanish

typerend:


Translation Matrix for typerend:

NounRelated TranslationsOther Translations
distintivo badge; distinctief; eigenschap; herkenningsteken; kenmerk; maken van onderscheid; merk; merkteken; onderscheiding; ordeteken
singular enkelvoud
ModifierRelated TranslationsOther Translations
caracterizante karakteristiek; kenmerkend; kenschetsend; tekenend; typerend; typisch beschrijvend; karakteriserend
característico karakteristiek; kenmerkend; kenschetsend; tekenend; typerend; typisch apart; beschrijvend; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; dwaas; eigenaardig; excentriek; frappant; gek; in het oog lopend; in het oog springend; karakteriserend; maf; mal; merkwaardig; ongewoon; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; treffend; typisch; vreemd; zonderling
característico de karakteristiek; kenmerkend; tekenend; typerend; typisch autochtoon; beschrijvend; inheems; inlands; karakteriserend
curioso karakteristiek; kenmerkend; tekenend; typerend; typisch achterlijk; apart; benieuwd; bezienswaardig; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; dwaas; eigenaardig; excentriek; frappant; gek; geschift; gestoord; het aanzien waard; idioot; idioterig; in het oog lopend; in het oog springend; informatorisch; kijkgraag; kijklustig; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; merkwaardig; mesjogge; niet goed snik; nieuwsgierig; ongewoon; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; stupide; treffend; typisch; vreemd; weetgierig; zonderling; zot
descriptivo karakteristiek; kenmerkend; tekenend; typerend; typisch beschrijvend; karakteriserend
distintivo karakteristiek; kenmerkend; tekenend; typerend; typisch onderscheidend
particular karakteristiek; kenmerkend; tekenend; typerend; typisch apart; autochtoon; bijzonder; bizar; buitengemeen; buitengewoon; buitenissig; buitensporig; curieus; eigenaardig; excentriek; excessief; extreem; heel erg; hogelijk; inheems; inlands; merkwaardig; ongewoon; particulier; ten zeerste; typisch; uitermate; uiterst; vreemd; zeer; zonderling
peculiar karakteristiek; kenmerkend; tekenend; typerend; typisch apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; dwaas; eigenaardig; enig; enig in zijn soort; excentriek; gek; maf; mal; merkwaardig; ongewoon; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; typisch; uitzonderlijke; uniek; vreemd; zonderling
singular karakteristiek; kenmerkend; tekenend; typerend; typisch afzonderlijk; alleenstaand; apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; enkel; enkelvoudig; excentriek; gescheiden; losstaand; merkwaardig; niet gewend; ongemeen; ongewoon; op zich; op zichzelf staand; separaat; typisch; uitzonderlijke; vreemd; vrijstaand; zonderling
típico karakteristiek; kenmerkend; kenschetsend; tekenend; typerend; typisch apart; beschrijvend; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; dwaas; eigenaardig; excentriek; frappant; gek; in het oog lopend; in het oog springend; karakteriserend; maf; mal; merkwaardig; ongewoon; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; treffend; typisch; vreemd; zonderling
típico de karakteristiek; kenmerkend; tekenend; typerend; typisch beschrijvend; karakteriserend

Wiktionary Translations for typerend:


Cross Translation:
FromToVia
typerend característico charakteristischtypisch, für etwas bezeichnend/ kennzeichnend

typeren:

typeren verb (typeer, typeert, typeerde, typeerden, getypeerd)

  1. typeren (kenschetsen; karakteriseren; kenmerken)
  2. typeren (karakteriseren; kenmerken; tekenen; kenschetsen)

Conjugations for typeren:

o.t.t.
  1. typeer
  2. typeert
  3. typeert
  4. typeren
  5. typeren
  6. typeren
o.v.t.
  1. typeerde
  2. typeerde
  3. typeerde
  4. typeerden
  5. typeerden
  6. typeerden
v.t.t.
  1. ben getypeerd
  2. bent getypeerd
  3. is getypeerd
  4. zijn getypeerd
  5. zijn getypeerd
  6. zijn getypeerd
v.v.t.
  1. was getypeerd
  2. was getypeerd
  3. was getypeerd
  4. waren getypeerd
  5. waren getypeerd
  6. waren getypeerd
o.t.t.t.
  1. zal typeren
  2. zult typeren
  3. zal typeren
  4. zullen typeren
  5. zullen typeren
  6. zullen typeren
o.v.t.t.
  1. zou typeren
  2. zou typeren
  3. zou typeren
  4. zouden typeren
  5. zouden typeren
  6. zouden typeren
diversen
  1. typeer!
  2. typeert!
  3. getypeerd
  4. typerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for typeren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
caracterizar karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; tekenen; typeren aftekenen; contrasteren; paraferen; uitbeelden; uitdrukken; uitdrukking geven aan; uiten; uiting geven aan; verbeelden; verpersonificeren; vertolken; verwoorden
describir karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; tekenen; typeren afschilderen; bepalen; beschrijven; definiëren; doen lijken; omschrijven; schetsen; weergeven
distinguir karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; tekenen; typeren aankijken; aanschouwen; bekijken; bemerken; beseffen; differentiëren; doorzien; een ereteken geven; gadeslaan; gewaarworden; horen; inzien; kijken; merken; observeren; onderkennen; onderscheid maken; onderscheiden; ontwaren; opmerken; realiseren; signaleren; staren; te zien krijgen; toeschouwen; turen; uit elkaar houden; uiteenhouden; van elkaar onderscheiden; voelen; waarnemen; zien
tipificar karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; tekenen; typeren

Wiktionary Translations for typeren:


Cross Translation:
FromToVia
typeren describir; ejecutar beschreiben — einen Sachverhalt in Worten wiedergeben
typeren caracterizar charakterisieren‚etwas charakterisiert jemanden:‘ für jemanden typisch, kennzeichnend sein
typeren caracterizar kennzeichnen — charakteristisch für etwas/jemanden sein