Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. verdonkeren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verdonkeren from Dutch to Spanish

verdonkeren:

Conjugations for verdonkeren:

o.t.t.
  1. verdonker
  2. verdonkert
  3. verdonkert
  4. verdonkeren
  5. verdonkeren
  6. verdonkeren
o.v.t.
  1. verdonkerde
  2. verdonkerde
  3. verdonkerde
  4. verdonkerden
  5. verdonkerden
  6. verdonkerden
v.t.t.
  1. heb verdonkerd
  2. hebt verdonkerd
  3. heeft verdonkerd
  4. hebben verdonkerd
  5. hebben verdonkerd
  6. hebben verdonkerd
v.v.t.
  1. had verdonkerd
  2. had verdonkerd
  3. had verdonkerd
  4. hadden verdonkerd
  5. hadden verdonkerd
  6. hadden verdonkerd
o.t.t.t.
  1. zal verdonkeren
  2. zult verdonkeren
  3. zal verdonkeren
  4. zullen verdonkeren
  5. zullen verdonkeren
  6. zullen verdonkeren
o.v.t.t.
  1. zou verdonkeren
  2. zou verdonkeren
  3. zou verdonkeren
  4. zouden verdonkeren
  5. zouden verdonkeren
  6. zouden verdonkeren
diversen
  1. verdonker!
  2. verdonkert!
  3. verdonkerd
  4. verdonkerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verdonkeren:

NounRelated TranslationsOther Translations
coger aangrijpen; aanklampen; aanpakken; aanvatten; beetnemen; beetpakken; begrijpen; greep; snappen; vastpakken; vatten
robar stelen
VerbRelated TranslationsOther Translations
coger achteroverdrukken; afnemen; benemen; gappen; inpikken; jatten; kapen; leegstelen; ontfutselen; ontnemen; ontvreemden; pikken; plunderen; roven; snaaien; stelen; toeëigenen; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; vervreemden; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken aanklampen; aanpakken; aanvatten; absorberen; afbedelen; beetgrijpen; beetnemen; beetpakken; bemachtigen; betrappen; binden; binnen halen; boeien; grijpen; halen; iets onverwachts doen; ketenen; klauwen; kluisteren; nemen; nuttigen; obsederen; onverlangd krijgen; oogsten; opdoen; oplopen; opnemen; opslorpen; opslurpen; opvangen; pakken; plukken; snappen; te pakken krijgen; tepakkenkrijgen; vangen; vastgrijpen; vastklampen; vastnemen; vastpakken; vatten; verrassen; verschalken; verstrikken; verzamelen; wat neervalt opvangen
hurtqr achteroverdrukken; afnemen; benemen; gappen; inpikken; jatten; kapen; leegstelen; ontfutselen; ontnemen; ontvreemden; pikken; plunderen; roven; snaaien; stelen; toeëigenen; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; vervreemden; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken
oscurecer verdonkeren; verduisteren; versomberen
robar achteroverdrukken; afnemen; benemen; gappen; inpikken; jatten; kapen; leegstelen; ontfutselen; ontnemen; ontvreemden; pikken; plunderen; roven; snaaien; stelen; toeëigenen; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; vervreemden; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken achterhouden; achteroverdrukken; achteruitgaan; afbedelen; afnemen; afpakken; aftroggelen; beroven; beroven van; bestelen; bietsen; declineren; depriveren; gappen; grissen; inpikken; jatten; ladelichten; leegplunderen; minder worden; ontfutselen; ontnemen; ontstelen; ontvreemden; pikken; plunderen; roven; stelen; te kort doen; uitplunderen; verdonkeremanen; verduisteren; vervreemden; wegfutselen; wegkapen; wegpikken

Wiktionary Translations for verdonkeren:


Cross Translation:
FromToVia
verdonkeren oscurecer obscurcirrendre obscur.