Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. verdorsten:


Dutch

Detailed Translations for verdorsten from Dutch to Spanish

verdorsten:

verdorsten verb (verdorst, verdorstte, verdorstten, verdorst)

  1. verdorsten

Conjugations for verdorsten:

o.t.t.
  1. verdorst
  2. verdorst
  3. verdorst
  4. verdorsten
  5. verdorsten
  6. verdorsten
o.v.t.
  1. verdorstte
  2. verdorstte
  3. verdorstte
  4. verdorstten
  5. verdorstten
  6. verdorstten
v.t.t.
  1. heb verdorst
  2. hebt verdorst
  3. heeft verdorst
  4. hebben verdorst
  5. hebben verdorst
  6. hebben verdorst
v.v.t.
  1. had verdorst
  2. had verdorst
  3. had verdorst
  4. hadden verdorst
  5. hadden verdorst
  6. hadden verdorst
o.t.t.t.
  1. zal verdorsten
  2. zult verdorsten
  3. zal verdorsten
  4. zullen verdorsten
  5. zullen verdorsten
  6. zullen verdorsten
o.v.t.t.
  1. zou verdorsten
  2. zou verdorsten
  3. zou verdorsten
  4. zouden verdorsten
  5. zouden verdorsten
  6. zouden verdorsten
diversen
  1. verdorst!
  2. verdorst!
  3. verdorst
  4. verdorstend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verdorsten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
agotar verdorsten afmatten; afreizen; heengaan; moe maken; opeten; opteren; opvreten; slopen; uitputten; verdwijnen; verlaten; vermoeien; vreten; wegreizen; wegtrekken
consumirse verdorsten afmatten; afrotten; hopen; moe maken; opgebruiken; opkrijgen; opmaken; slopen; spinzen; uitputten; van hoop vervuld zijn; verlangen; vermoeien