Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. verwekken:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verwekken from Dutch to Spanish

verwekken:

verwekken verb (verwek, verwekt, verwekte, verwekten, verwekt)

  1. verwekken

Conjugations for verwekken:

o.t.t.
  1. verwek
  2. verwekt
  3. verwekt
  4. verwekken
  5. verwekken
  6. verwekken
o.v.t.
  1. verwekte
  2. verwekte
  3. verwekte
  4. verwekten
  5. verwekten
  6. verwekten
v.t.t.
  1. heb verwekt
  2. hebt verwekt
  3. heeft verwekt
  4. hebben verwekt
  5. hebben verwekt
  6. hebben verwekt
v.v.t.
  1. had verwekt
  2. had verwekt
  3. had verwekt
  4. hadden verwekt
  5. hadden verwekt
  6. hadden verwekt
o.t.t.t.
  1. zal verwekken
  2. zult verwekken
  3. zal verwekken
  4. zullen verwekken
  5. zullen verwekken
  6. zullen verwekken
o.v.t.t.
  1. zou verwekken
  2. zou verwekken
  3. zou verwekken
  4. zouden verwekken
  5. zouden verwekken
  6. zouden verwekken
diversen
  1. verwek!
  2. verwekt!
  3. verwekt
  4. verwekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verwekken:

NounRelated TranslationsOther Translations
engendrar provoceren; uitlokken
provocar aanrichten; provoceren; treiteren; uitlokken
VerbRelated TranslationsOther Translations
engendrar verwekken aanjagen; aankweken; aanmoedigen; aanplanten; aansporen; aanzetten tot; broeden; fokken; genereren; iemand motiveren; instigeren; kweken; motiveren; opjutten; opkweken; planten; porren; prikkelen; procreëren; provoceren; stimuleren; telen; uitbroeden; verbouwen; voortbrengen; warmhouden
originar verwekken aankweken; aanplanten; broeden; fokken; genereren; kweken; losmaken; opkweken; planten; procreëren; telen; teweegbrengen; uitbroeden; verbouwen; voortbrengen; warmhouden
provocar verwekken aandoen; aanjagen; aanleiding geven tot; aanmoedigen; aanrichten; aansporen; aanstichten; aanvuren; aanwakkeren; aanzetten tot; activeren; adviseren; bemoedigen; berokkenen; bezielen; iets aanraden; influisteren; ingeven; instigeren; jennen; koeioneren; kwellen; motiveren; narren; ontlokken; ophitsen; opjutten; oppeppen; oppoken; opporren; opwekken; pesten; plagen; porren; provoceren; raden; sarren; souffleren; stangen; stimuleren; suggereren; tarten; tergen; teweegbrengen; toemoedigen; treiteren; uitdagen; uitklokken; uitlokken; veroorzaken; wegpesten; zieken
- veroorzaken; wekken

Synonyms for "verwekken":


Related Definitions for "verwekken":

  1. de oorzaak zijn van de dingen die volgen1
    • die opmerking verwekte veel onrust1

Wiktionary Translations for verwekken:


Cross Translation:
FromToVia
verwekken engendrar engendrerproduire son semblable par voie de génération, en parlant de l’homme et des animal. — note Le dictionnaire de l’Académie de 1932 indique que cela ne s’appliquer guère qu’aux mâles.

Related Translations for verwekken