Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. voosheid:
  2. voos:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for voosheid from Dutch to French

voosheid:

voosheid [de ~ (v)] noun

  1. de voosheid (holheid; leegheid)
    la cavité; le vide; le creux

Translation Matrix for voosheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
cavité holheid; leegheid; voosheid hol; holle ruimte; holte; kuil; muurnis; niche; nis; uitholling
creux holheid; leegheid; voosheid gleuf; gootvormige decoratieve uitholling; holkeel; kuil; langwerpige uitholling; opening; sleuf; uitholling
vide holheid; leegheid; voosheid gaping; hiaat; lacune; ledigheid; leegte; leemte; lek; lekken; luchtledige ruimte; niets; spouw; vacuüm
ModifierRelated TranslationsOther Translations
creux blind; diep; diepliggend; hol; ingevallen; inhoudsloos; innig; intens; leeg; niet zien kunnend; nietszeggend
vide inhoudsloos; ledig; leeg; loos; luchtledig; onbebouwd; onbezet; vacuum; vrij; zonder taak

Related Words for "voosheid":


voos:

voos adj

  1. voos

Translation Matrix for voos:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
mou voos allerliefst; dottig; enig; flauw; flauwtjes; futloos; lamlendig; lamzalig; lief; lusteloos; mat; muf; murw; naar zweet ruikend; oubakken; oud; oudbakken; plat; pluizig; schattig; slap; snoezig; verschaald; vertederend; week; zwak; zwakjes; zweterig
spongieux voos sponsachtig; sponzig

Related Words for "voos":


Wiktionary Translations for voos:


Cross Translation:
FromToVia
voos caduc; pourri; délabré morschübertragen: gebrechlich