Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. inspireren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for inspireren from Dutch to French

inspireren:

inspireren verb (inspireer, inspireert, inspireerde, inspireerden, geïnspireerd)

  1. inspireren (inboezemen; ingeven)
    inspirer; stimuler; vivifier; enthousiasmer; animer; suggérer
    • inspirer verb (inspire, inspires, inspirons, inspirez, )
    • stimuler verb (stimule, stimules, stimulons, stimulez, )
    • vivifier verb (vivifie, vivifies, vivifions, vivifiez, )
    • enthousiasmer verb (enthousiasme, enthousiasmes, enthousiasmons, enthousiasmez, )
    • animer verb (anime, animes, animons, animez, )
    • suggérer verb (suggère, suggères, suggérons, suggérez, )
  2. inspireren (een inspirerende werking hebben; bezielen)
    inspirer; animer; vivifier; stimuler; enthousiasmer
    • inspirer verb (inspire, inspires, inspirons, inspirez, )
    • animer verb (anime, animes, animons, animez, )
    • vivifier verb (vivifie, vivifies, vivifions, vivifiez, )
    • stimuler verb (stimule, stimules, stimulons, stimulez, )
    • enthousiasmer verb (enthousiasme, enthousiasmes, enthousiasmons, enthousiasmez, )

Conjugations for inspireren:

o.t.t.
  1. inspireer
  2. inspireert
  3. inspireert
  4. inspireren
  5. inspireren
  6. inspireren
o.v.t.
  1. inspireerde
  2. inspireerde
  3. inspireerde
  4. inspireerden
  5. inspireerden
  6. inspireerden
v.t.t.
  1. heb geïnspireerd
  2. hebt geïnspireerd
  3. heeft geïnspireerd
  4. hebben geïnspireerd
  5. hebben geïnspireerd
  6. hebben geïnspireerd
v.v.t.
  1. had geïnspireerd
  2. had geïnspireerd
  3. had geïnspireerd
  4. hadden geïnspireerd
  5. hadden geïnspireerd
  6. hadden geïnspireerd
o.t.t.t.
  1. zal inspireren
  2. zult inspireren
  3. zal inspireren
  4. zullen inspireren
  5. zullen inspireren
  6. zullen inspireren
o.v.t.t.
  1. zou inspireren
  2. zou inspireren
  3. zou inspireren
  4. zouden inspireren
  5. zouden inspireren
  6. zouden inspireren
en verder
  1. ben geïnspireerd
  2. bent geïnspireerd
  3. is geïnspireerd
  4. zijn geïnspireerd
  5. zijn geïnspireerd
  6. zijn geïnspireerd
diversen
  1. inspireer!
  2. inspireert!
  3. geïnspireerd
  4. inspirerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for inspireren:

NounRelated TranslationsOther Translations
stimuler aanmoedigen; aanvuren; stimuleren; toejuichen
VerbRelated TranslationsOther Translations
animer bezielen; een inspirerende werking hebben; inboezemen; ingeven; inspireren aanjagen; aanmoedigen; aansporen; aanvuren; aanzetten; aanzetten tot; activeren; animeren; bemoedigen; bezielen; iemand motiveren; instigeren; motiveren; opjutten; opleven; oppeppen; opwekken; porren; prikkelen; provoceren; reanimeren; stimuleren; toemoedigen; tot leven wekken; verlevendigen; wakker schudden
enthousiasmer bezielen; een inspirerende werking hebben; inboezemen; ingeven; inspireren aanmoedigen; aanvuren; bezielen; toejuichen
inspirer bezielen; een inspirerende werking hebben; inboezemen; ingeven; inspireren aanmoedigen; aanvuren; bezielen; toejuichen
stimuler bezielen; een inspirerende werking hebben; inboezemen; ingeven; inspireren aanblazen; aandrijven; aanmoedigen; aansporen; aanvuren; aanwakkeren; aanzetten; aanzetten tot; aanzwiepen; activeren; animeren; bemoedigen; bezielen; doen opvlammen; iemand motiveren; instigeren; motiveren; opdrijven; opkrikken; oppeppen; oppoken; opporren; opwekken; opwinden; prikkelen; provoceren; stimuleren; toejuichen; toemoedigen; voortdrijven; voortjagen; wakker schudden; wegjagen
suggérer inboezemen; ingeven; inspireren adviseren; dicteren; duiden; iets aanraden; ingeven; naar voren brengen; opperen; raden; suggereren; ter overweging geven; voorleggen
vivifier bezielen; een inspirerende werking hebben; inboezemen; ingeven; inspireren aanmoedigen; aanvuren; activeren; bezielen; opleven; oppeppen; opwekken; reanimeren; stimuleren; toejuichen; tot leven wekken; verlevendigen

Wiktionary Translations for inspireren:

inspireren
verb
  1. de geest gaande maken
inspireren