Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. opkalefateren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for opkalefateren from Dutch to French

opkalefateren:

opkalefateren verb (kalefater op, kalefatert op, kalefaterde op, kalefaterden op, opgekalefaterd)

  1. opkalefateren (opknappen; opvijzelen; oplappen)
    relever; remonter; rehausser; se remettre; réparer; se rafraîchir; soulever; arranger; réconforter
    • relever verb (relève, relèves, relevons, relevez, )
    • remonter verb (remonte, remontes, remontons, remontez, )
    • rehausser verb (rehausse, rehausses, rehaussons, rehaussez, )
    • réparer verb (répare, répares, réparons, réparez, )
    • soulever verb (soulève, soulèves, soulevons, soulevez, )
    • arranger verb (arrange, arranges, arrangeons, arrangez, )
    • réconforter verb (réconforte, réconfortes, réconfortons, réconfortez, )

Conjugations for opkalefateren:

o.t.t.
  1. kalefater op
  2. kalefatert op
  3. kalefatert op
  4. kalefateren op
  5. kalefateren op
  6. kalefateren op
o.v.t.
  1. kalefaterde op
  2. kalefaterde op
  3. kalefaterde op
  4. kalefaterden op
  5. kalefaterden op
  6. kalefaterden op
v.t.t.
  1. ben opgekalefaterd
  2. bent opgekalefaterd
  3. is opgekalefaterd
  4. zijn opgekalefaterd
  5. zijn opgekalefaterd
  6. zijn opgekalefaterd
v.v.t.
  1. was opgekalefaterd
  2. was opgekalefaterd
  3. was opgekalefaterd
  4. waren opgekalefaterd
  5. waren opgekalefaterd
  6. waren opgekalefaterd
o.t.t.t.
  1. zal opkalefateren
  2. zult opkalefateren
  3. zal opkalefateren
  4. zullen opkalefateren
  5. zullen opkalefateren
  6. zullen opkalefateren
o.v.t.t.
  1. zou opkalefateren
  2. zou opkalefateren
  3. zou opkalefateren
  4. zouden opkalefateren
  5. zouden opkalefateren
  6. zouden opkalefateren
diversen
  1. kalefater op!
  2. kalefatert op!
  3. opgekalefaterd
  4. opkalefaterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for opkalefateren:

NounRelated TranslationsOther Translations
remonter opvaren
VerbRelated TranslationsOther Translations
arranger opkalefateren; opknappen; oplappen; opvijzelen afspreken; arrangeren; bedisselen; bijleggen; coördineren; effenen; egaliseren; fatsoeneren; fiksen; flikken; goedmaken; groeperen; herstellen; iets op touw zetten; in goede staat brengen; in orde brengen; in orde maken; indelen; inrichten; installeren; instrumenteren; klaarspelen; opknappen; ordenen; orkestreren; rangeren; rangordenen; rangschikken; regelen; renoveren; ruzie afsluiten; schiften; schikken; sorteren; systematiseren; uitzoeken; vereffenen; vlijen; voor elkaar krijgen
rehausser opkalefateren; opknappen; oplappen; opvijzelen hoger maken; ophogen; verhogen
relever opkalefateren; opknappen; oplappen; opvijzelen gaan staan; hoger maken; hooghouden; in de hoogte houden; loshalen; naar buiten halen; omhooghalen; omhooghouden; omhoogkomen; ophalen; ophogen; ophouden; opklappen; oprollen; opstaan; opstropen; uithalen; verheffen; verhogen
remonter opkalefateren; opknappen; oplappen; opvijzelen omhoogtrekken
réconforter opkalefateren; opknappen; oplappen; opvijzelen bemoedigen; blij maken; ondersteunen; opbeuren; opfleuren; opkikkeren; opknappen; opmonteren; troosten; verfrissen; verkwikken; vertroosten; vrolijker worden
réparer opkalefateren; opknappen; oplappen; opvijzelen aanpassen; bijspijkeren; bijstellen; boeten; fiksen; genoegdoen; goedmaken; herstellen; inhalen; maken; rechtstrijken; rechtzetten; repareren; vernieuwen; verstellen
se rafraîchir opkalefateren; opknappen; oplappen; opvijzelen afkoelen; koelen; opfrissen; verfrissen; verkillen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen; zich laven; zich opfrissen; zich opknappen; zich verfrissen; zich verkwikken; zijn dorst stillen
se remettre opkalefateren; opknappen; oplappen; opvijzelen bekomen; beteren; bijkomen; blij maken; fleurig maken; leven beteren; luwen; op adem komen; op zijn verhaal komen; opfleuren; opkrabbelen; opmonteren; tot bedaren komen; uitwoeden; verflauwen; verkwikken; vrolijker worden; wegsterven; zich hervinden
soulever opkalefateren; opknappen; oplappen; opvijzelen aankaarten; aansnijden; aanvoeren; entameren; erop vooruit gaan; heffen; hijsen; lichten; naar boven tillen; naar boven trekken; naar voren brengen; omhoog brengen; omhoog doen; omhoog heffen; omhoog rukken; omhoog trekken; omhooghalen; omhoogheffen; omhoogleiden; omhoogrukken; omhoogtillen; omklappen; op tafel leggen; ophalen; opheffen; opperen; optillen; opwaaien; opwerpen; poneren; stellen; suggereren; te berde brengen; ter sprake brengen; tillen; vooruitkomen; vorderen

Wiktionary Translations for opkalefateren:


Cross Translation:
FromToVia
opkalefateren renouveler; restaurer refurbish — rebuild or replenish