Home ->Dictionaries ->Dutch/French ->Search: tasten

Dutch and French Translation Search Results for tasten

Summary

Dutch to French: more detail...

tasten:
- tâtonner; fouiller; tâter
Wiktionary:
- tasten → palper, sentir, tâter

Dutch

Detailed Translations for tasten from Dutch to French

tasten:

tasten [znw.] noun

tasten (afvoelen; aftasten; voelen)
le tâtonner; le fouiller; le tâter
- tâtonner [le ~] noun
- fouiller [le ~] noun
- tâter [le ~] noun

Translation Matrix for tasten:

Noun	Related Translations	Other Translations
fouiller	aftasten; afvoelen; tasten; voelen
tâter	aftasten; afvoelen; tasten; voelen
tâtonner	aftasten; afvoelen; tasten; voelen
Verb	Related Translations	Other Translations
fouiller		aftasten; afvoelen; afzoeken; bevoelen; doorzoeken; fouilleren; graaien; grabbelen; grasduinen; in iets rondtasten; naspeuring doen; neuzen; onderzoeken; rechercheren; rommelen; scharrelen van kip; snuffelen; snuffelen aan; speuren; verkennen; visiteren; woelen; wroeten; wurmen; zien te vinden; zoeken
tâter		betasten; bevoelen; polsen; voelen
tâtonner		betasten; bevoelen; graaien; grabbelen; in iets rondtasten; rommelen; voelen

Wiktionary Translations for tasten:

tasten

verb

Traductions à trier suivant le sens
- palper; sentir → tasten; betasten; voelen; bevoelen; gewaarworden; aanvoelen; gevoelen; geuren; rieken; ruiken
toucher, manier doucement une chose, pour savoir si elle est dure ou molle, sec ou humide, froide ou chaude, etc.
- tâter → tasten; betasten; voelen; bevoelen; peuteren; pulken; vingeren