Summary


Dutch

Detailed Translations for aantippen from Dutch to French

aantippen:

aantippen verb

  1. aantippen (aanstippen; tippen)
    marquer; cocher; marquer d'un trait; marquer d'un point
    • marquer verb (marque, marques, marquons, marquez, )
    • cocher verb (coche, coches, cochons, cochez, )

Translation Matrix for aantippen:

NounRelated TranslationsOther Translations
marquer aanstrepen
VerbRelated TranslationsOther Translations
cocher aanstippen; aantippen; tippen aankruisen; aanstrepen; aantallen afstrepen; afvinken; merken; turven; vinken
marquer aanstippen; aantippen; tippen aankruisen; aanstrepen; afbakenen; afpalen; aftekenen; afvinken; afzetten; begrenzen; bevestigen; branden; brandmerken; contrasteren; ergens aan bevestigen; inbranden; karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; keurmerken; markeren; merken; omlijnen; stempel drukken op; taggen; typeren; van stigma's voorzien; vastmaken; vastzetten; vinken
marquer d'un point aanstippen; aantippen; tippen aanroeren; aanstippen; aanstrepen; afvinken; even aanraken; vinken
marquer d'un trait aanstippen; aantippen; tippen aanstrepen; afvinken; branden; brandmerken; inbranden; karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; markeren; typeren; van stigma's voorzien; vinken