Summary


Dutch

Detailed Translations for bij elkaar houden from Dutch to French

bij elkaar houden:

bij elkaar houden verb (houd bij elkaar, houdt bij elkaar, hield bij elkaar, hielden bij elkaar, bij elkaar gehouden)

  1. bij elkaar houden (vergelijken; compareren; tegenover elkaar stellen)
    comparer; comparer entre eux; confronter; conférer
    • comparer verb (compare, compares, comparons, comparez, )
    • confronter verb (confronte, confrontes, confrontons, confrontez, )
    • conférer verb (confère, confères, conférons, conférez, )
  2. bij elkaar houden (bijeenhouden)

Conjugations for bij elkaar houden:

o.t.t.
  1. houd bij elkaar
  2. houdt bij elkaar
  3. houdt bij elkaar
  4. houden bij elkaar
  5. houden bij elkaar
  6. houden bij elkaar
o.v.t.
  1. hield bij elkaar
  2. hield bij elkaar
  3. hield bij elkaar
  4. hielden bij elkaar
  5. hielden bij elkaar
  6. hielden bij elkaar
v.t.t.
  1. heb bij elkaar gehouden
  2. hebt bij elkaar gehouden
  3. heeft bij elkaar gehouden
  4. hebben bij elkaar gehouden
  5. hebben bij elkaar gehouden
  6. hebben bij elkaar gehouden
v.v.t.
  1. had bij elkaar gehouden
  2. had bij elkaar gehouden
  3. had bij elkaar gehouden
  4. hadden bij elkaar gehouden
  5. hadden bij elkaar gehouden
  6. hadden bij elkaar gehouden
o.t.t.t.
  1. zal bij elkaar houden
  2. zult bij elkaar houden
  3. zal bij elkaar houden
  4. zullen bij elkaar houden
  5. zullen bij elkaar houden
  6. zullen bij elkaar houden
o.v.t.t.
  1. zou bij elkaar houden
  2. zou bij elkaar houden
  3. zou bij elkaar houden
  4. zouden bij elkaar houden
  5. zouden bij elkaar houden
  6. zouden bij elkaar houden
diversen
  1. houd bij elkaar!
  2. houdt bij elkaar!
  3. bij elkaar gehouden
  4. bij elkaar houdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bij elkaar houden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
comparer bij elkaar houden; compareren; tegenover elkaar stellen; vergelijken vergelijken
comparer entre eux bij elkaar houden; compareren; tegenover elkaar stellen; vergelijken
confronter bij elkaar houden; compareren; tegenover elkaar stellen; vergelijken confronteren; onder ogen zien; oog in oog laten komen; tegenover elkaar stellen
conférer bij elkaar houden; compareren; tegenover elkaar stellen; vergelijken beraadslagen; confereren; een conferentie houden; in bespreking zijn; overleggen; overwegen; vergaderen
garder ensemble bij elkaar houden; bijeenhouden
tenir ensemble bij elkaar houden; bijeenhouden

Related Translations for bij elkaar houden