Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. bijmengen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bijmengen from Dutch to French

bijmengen:

bijmengen verb (meng bij, mengt bij, mengde bij, mengden bij, bijgemengd)

  1. bijmengen (aan mengsel toevoegen)
    ajouter; mélanger; ajouter à; ajouter en mélangeant
    • ajouter verb (ajoute, ajoutes, ajoutons, ajoutez, )
    • mélanger verb (mélange, mélanges, mélangeons, mélangez, )
    • ajouter à verb

Conjugations for bijmengen:

o.t.t.
  1. meng bij
  2. mengt bij
  3. mengt bij
  4. mengen bij
  5. mengen bij
  6. mengen bij
o.v.t.
  1. mengde bij
  2. mengde bij
  3. mengde bij
  4. mengden bij
  5. mengden bij
  6. mengden bij
v.t.t.
  1. heb bijgemengd
  2. hebt bijgemengd
  3. heeft bijgemengd
  4. hebben bijgemengd
  5. hebben bijgemengd
  6. hebben bijgemengd
v.v.t.
  1. had bijgemengd
  2. had bijgemengd
  3. had bijgemengd
  4. hadden bijgemengd
  5. hadden bijgemengd
  6. hadden bijgemengd
o.t.t.t.
  1. zal bijmengen
  2. zult bijmengen
  3. zal bijmengen
  4. zullen bijmengen
  5. zullen bijmengen
  6. zullen bijmengen
o.v.t.t.
  1. zou bijmengen
  2. zou bijmengen
  3. zou bijmengen
  4. zouden bijmengen
  5. zouden bijmengen
  6. zouden bijmengen
diversen
  1. meng bij!
  2. mengt bij!
  3. bijgemengd
  4. bijmengend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bijmengen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
ajouter aan mengsel toevoegen; bijmengen aansluiten; aanvullen; bijdoen; bijleggen; bijrekenen; bijsluiten; bijtellen; bijvoegen; bijvullen; completeren; erbij doen; erbij optellen; erbij tellen; erbij voegen; extra betalen; geld toe leggen; inbrengen; insluiten; invoegen; meebetalen; optellen; toevoegen; voegen; voltallig maken; vullen
ajouter en mélangeant aan mengsel toevoegen; bijmengen
ajouter à aan mengsel toevoegen; bijmengen aanbouwen; aanvullen; bijbouwen; completeren; erop toeleggen; toevoegen; uitbouwen; voltallig maken
mélanger aan mengsel toevoegen; bijmengen aanroeren; aanstippen; beroeren; door elkaar schudden; dooreenmengen; doorelkaargooien; even aanraken; husselen; hutselen; mengen; mixen; roeren; vermengen