Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. doornemen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for doornemen from Dutch to French

doornemen:

doornemen verb (neem door, neemt door, nam door, namen door, doorgenomen)

  1. doornemen
    passer en revue; parler de; étudier; traiter; voir
    • parler de verb
    • étudier verb (étudie, étudies, étudions, étudiez, )
    • traiter verb (traite, traites, traitons, traitez, )
    • voir verb (vois, voit, voyons, voyez, )

Conjugations for doornemen:

o.t.t.
  1. neem door
  2. neemt door
  3. neemt door
  4. nemen door
  5. nemen door
  6. nemen door
o.v.t.
  1. nam door
  2. nam door
  3. nam door
  4. namen door
  5. namen door
  6. namen door
v.t.t.
  1. heb doorgenomen
  2. hebt doorgenomen
  3. heeft doorgenomen
  4. hebben doorgenomen
  5. hebben doorgenomen
  6. hebben doorgenomen
v.v.t.
  1. had doorgenomen
  2. had doorgenomen
  3. had doorgenomen
  4. hadden doorgenomen
  5. hadden doorgenomen
  6. hadden doorgenomen
o.t.t.t.
  1. zal doornemen
  2. zult doornemen
  3. zal doornemen
  4. zullen doornemen
  5. zullen doornemen
  6. zullen doornemen
o.v.t.t.
  1. zou doornemen
  2. zou doornemen
  3. zou doornemen
  4. zouden doornemen
  5. zouden doornemen
  6. zouden doornemen
diversen
  1. neem door!
  2. neemt door!
  3. doorgenomen
  4. doornemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for doornemen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
parler de doornemen bediscussiëren; bepraten; bespreken; doorpraten; doorspreken; onderwerp behandelen; praten over; spreken over
passer en revue doornemen bekijken; beproeven; bezichtigen; inspecteren; keuren; onderzoeken; testen
traiter doornemen behandelen; bejegenen; onder behandeling nemen; onderwerp behandelen; spreken over; verhandelen; verkopen; verzorgen
voir doornemen aankijken; aanschouwen; begrijpen; bekijken; bemerken; beseffen; bespeuren; bezichtigen; blikken; blikken werpen; doorzien; gadeslaan; gewaarworden; horen; inspecteren; inzien; kijken; merken; met het verstand vatten; observeren; onderkennen; onderscheiden; ontwaren; opmerken; realiseren; signaleren; snappen; staren; te zien krijgen; toeschouwen; turen; voelen; waarnemen; zien
étudier doornemen bestuderen; blokken; controleren; doorvorsen; instuderen; leerstof erin stampen; leren; lezen; nagaan; nakijken; naspeuren; nasporen; navorsen; onderwijzen; onderzoeken; studeren

Wiktionary Translations for doornemen:

doornemen
verb
  1. redire, dire ce qu’on a déjà dit soi-même.