Dutch

Detailed Translations for drang from Dutch to French

drang:

drang [de ~ (m)] noun

  1. de drang (aandrang)
    la poussée; l'ardeur; l'aspiration; l'instances; l'application; l'efforts; la recherche; le zèle
  2. de drang (aandrang; neiging; aandrift; impuls; drift)
    l'impulsion; l'urgence

Translation Matrix for drang:

NounRelated TranslationsOther Translations
application aandrang; drang aanleggen; aanwenden; aanwending; ambitie; applicatie; arbeidzaamheid; behandeling; boordsel; devotie; doel; doeleinde; eerzucht; galon; gebruik; genegenheid; hantering; ijver; ijverigheid; industrie; inzet; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; omzoming; oplegsel; overgave; passement; programma; streven; tak van nijverheid; toegewijdheid; toepassing; toewijding; trouw; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid; zakelijke toepassing; zorgzaamheid
ardeur aandrang; drang aandrift; ambitie; animo; belangstelling; bevlogenheid; bezieling; daadkracht; devotie; doortastendheid; drift; eerzucht; elan; energie; enthousiasme; esprit; fascinatie; felheid; fut; geboeidheid; gedrevenheid; geestdrift; genegenheid; genoegen; genot; gloed; hartstocht; hartstochtelijkheid; heftigheid; hevigheid; hitte; ijver; ijverigheid; intensiteit; interesse; inzet; kracht; lust; momentum; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; onrustigheid; onstuimigheid; overgave; passie; pit; puf; temperament; toegewijdheid; toewijding; trouw; turbulentie; uitbundigheid; uitgelatenheid; vlam; vlijt; vlijtigheid; vurigheid; vuur; warmte; wellust; werklust; werkzaamheid; woeligheid; zin; zorgzaamheid
aspiration aandrang; drang aansturen op; adem; ademhaling; ademtocht; ambitie; aspiratie; azen; beogen; doel; eerzucht; hunkeren; inademing; inhalatie; intentie; najagen; nastreven; pogen; smachten; speurtocht; streven; streven naar; trachten; verlangen; zoektocht
efforts aandrang; drang ambitie; eerzucht; inspanning; inspanningen; krachtsinspanningen; last; moeite; soesa
impulsion aandrang; aandrift; drang; drift; impuls; neiging aandrift; aanmoediging; aansporing; aanzet; animering; drift; duw; duwtje; gevoel; impuls; initiatief; instinct; intuïtie; luim; opwekking; opwelling; por; prikkel; stimulans; stimulering; stoot; stootje; zet
instances aandrang; drang
poussée aandrang; drang aandrift; aandrijfkracht; aandrijving; ambitie; daadkracht; drijfkracht; drukte; duw; duwtje; dynamiek; eerzucht; energie; esprit; fut; gedrang; geduw; impuls; kracht; momentum; motor; por; prikkel; puf; stimulans; stoot; stootje; stuwkracht; toeloop; toevloed; voortstuwing; werklust; zet
recherche aandrang; drang afstropen; afzoeken; ambitie; eerzucht; geheel doorzoeken; inspectie; najagen; nasporing; nastreven; navorsing; onderzoek; opsporing; proef; research; speurtocht; speurwerk; test; traceerwerk; zoeken; zoektocht
urgence aandrang; aandrift; drang; drift; impuls; neiging gang; noodgeval; snelheid; spoed; spoedgeval; tempo; urgentie; vaart
zèle aandrang; drang ambitie; arbeidskracht; arbeidsvermogen; bezetenheid; drift; eerzucht; hartstocht; ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; obsessie; passie; vlijt; vlijtigheid; vuur; werkkracht; werklust; werkvermogen; werkzaamheid
ModifierRelated TranslationsOther Translations
zèle toegewijd

Wiktionary Translations for drang:

drang
noun
  1. innerlijke neiging om iets te doen
drang
Cross Translation:
FromToVia
drang pulsion urge — a strong desire; an itch to do something