Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. ermee uitscheiden:


Dutch

Detailed Translations for ermee uitscheiden from Dutch to French

ermee uitscheiden:

ermee uitscheiden verb

  1. ermee uitscheiden (ophouden; stoppen; opgeven; staken; uitscheiden)
    arrêter; cesser; abandonner; renoncer à; laisser
    • arrêter verb (arrête, arrêtes, arrêtons, arrêtez, )
    • cesser verb (cesse, cesses, cessons, cessez, )
    • abandonner verb (abandonne, abandonnes, abandonnons, abandonnez, )
    • laisser verb (laisse, laisses, laissons, laissez, )

Translation Matrix for ermee uitscheiden:

NounRelated TranslationsOther Translations
arrêter aborteren; stilhouden; stoppen
VerbRelated TranslationsOther Translations
abandonner ermee uitscheiden; opgeven; ophouden; staken; stoppen; uitscheiden afbestellen; afbreken; afgelasten; afhaken; afstand doen; afvallen; afzeggen; afzien; afzien van; annuleren; bedanken; danken; de brui geven aan; eruitstappen; gaan; heengaan; in de steek laten; intrekken; nietig verklaren; opbreken; opgeven; ophouden; opstappen; stoppen; verlaten; vertrekken; verwijderen; weggaan
arrêter ermee uitscheiden; opgeven; ophouden; staken; stoppen; uitscheiden aanhouden; afhouden; aflaten; afsluiten; afzetten; arresteren; beletten; beslissen; besluiten; beëindigen; dwarsbomen; dwarsliggen; een einde maken aan; eindigen; ervanaf houden; gesprek beëindigen; gevangennemen; halt houden; in hechtenis nemen; inrekenen; ophouden; oppakken; remmen; stelpen; stillen; stilstaan; stilzetten; stoppen; stopzetten; tegenhouden; tegenwerken; temporiseren; tot staan brengen; tot stilstand brengen; tot stilstand komen; uitdoen; uitmaken; uitschakelen; uitzetten; vatten; vertragen; weerhouden
cesser ermee uitscheiden; opgeven; ophouden; staken; stoppen; uitscheiden afsluiten; beëindigen; een einde maken aan; eindigen; halt houden; ophouden; remmen; stoppen; stopzetten; tegenhouden; temporiseren; tot staan brengen; vertragen
laisser ermee uitscheiden; opgeven; ophouden; staken; stoppen; uitscheiden achterlaten; afstaan; bevrijden; dulden; duren; goedkeuren; goedvinden; gunnen; iemand iets nalaten; in vrijheid stellen; inwilligen; laten; laten staan; legateren; loslaten; losmaken; nalaten; overgeven; permitteren; teruglaten; toelaten; toestaan; toestemmen; van de boeien ontdoen; vererven; vergunnen; vermaken; veronachtzamen; vrijlaten
renoncer à ermee uitscheiden; opgeven; ophouden; staken; stoppen; uitscheiden afstand doen; afzien; afzweren; verstoten

Related Translations for ermee uitscheiden