Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. galvaniseren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for galvaniseren from Dutch to French

galvaniseren:

galvaniseren verb (galvaniseer, galvaniseert, galvaniseerde, galvaniseerden, gegalvaniseerd)

  1. galvaniseren (verzinken)
    galvaniser; sombrer; couler; s'enfoncer; se plonger
    • galvaniser verb (galvanise, galvanises, galvanisons, galvanisez, )
    • sombrer verb (sombre, sombres, sombrons, sombrez, )
    • couler verb (coule, coules, coulons, coulez, )
    • s'enfoncer verb
    • se plonger verb
  2. galvaniseren
    galvaniser
    • galvaniser verb (galvanise, galvanises, galvanisons, galvanisez, )

Conjugations for galvaniseren:

o.t.t.
  1. galvaniseer
  2. galvaniseert
  3. galvaniseert
  4. galvaniseren
  5. galvaniseren
  6. galvaniseren
o.v.t.
  1. galvaniseerde
  2. galvaniseerde
  3. galvaniseerde
  4. galvaniseerden
  5. galvaniseerden
  6. galvaniseerden
v.t.t.
  1. heb gegalvaniseerd
  2. hebt gegalvaniseerd
  3. heeft gegalvaniseerd
  4. hebben gegalvaniseerd
  5. hebben gegalvaniseerd
  6. hebben gegalvaniseerd
v.v.t.
  1. had gegalvaniseerd
  2. had gegalvaniseerd
  3. had gegalvaniseerd
  4. hadden gegalvaniseerd
  5. hadden gegalvaniseerd
  6. hadden gegalvaniseerd
o.t.t.t.
  1. zal galvaniseren
  2. zult galvaniseren
  3. zal galvaniseren
  4. zullen galvaniseren
  5. zullen galvaniseren
  6. zullen galvaniseren
o.v.t.t.
  1. zou galvaniseren
  2. zou galvaniseren
  3. zou galvaniseren
  4. zouden galvaniseren
  5. zouden galvaniseren
  6. zouden galvaniseren
en verder
  1. is gegalvaniseerd
  2. zijn gegalvaniseerd
diversen
  1. galvaniseer!
  2. galvaniseert!
  3. gegalvaniseerd
  4. galvaniserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for galvaniseren:

NounRelated TranslationsOther Translations
couler afvloeien; wegstromen; wegvloeien
VerbRelated TranslationsOther Translations
couler galvaniseren; verzinken afdruipen; afglijden; aftakelen; afvloeien; afvoeren; afzakken; doen wegvloeien; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; gulpen; gutsen; in stralen lopen; in stromen neerstorten; inzinken; kelderen; lopen; onder water gaan; ondergaan; sijpelen; stromen; uitdruppelen; vervallen; vlieden; vloeien; vluchten; wegglijden; weglekken; wegstromen; wegvloeien; wegvluchten; wegzinken; zakken; zinken
galvaniser galvaniseren; verzinken
s'enfoncer galvaniseren; verzinken afglijden; aftakelen; afzakken; in elkaar zakken; invallen; inzakken; inzinken; vervallen; wegglijden; wegzakken; wegzinken; zakken in
se plonger galvaniseren; verzinken kelderen; zakken
sombrer galvaniseren; verzinken achteruitgaan; afglijden; aftakelen; afzakken; bezwijken; instorten; inzinken; kelderen; onder water gaan; ondergaan; te gronde gaan; ten ondergaan; tenondergaan; teruggaan; vergaan; verrotten; verteren; vervallen; wegglijden; wegrotten; wegzinken; zakken; zinken

Wiktionary Translations for galvaniseren:

galvaniseren
verb
  1. een laag zink opbrengen

Cross Translation:
FromToVia
galvaniseren galvaniser galvanize — To coat with a thin layer of metal by electrochemical means