Dutch

Detailed Translations for gestudeerd from Dutch to French

gestudeerd:


Translation Matrix for gestudeerd:

NounRelated TranslationsOther Translations
lettré geletterde
sage denker; filosoof; wijsgeer
savant academicus; geleerde; hooggeleerde; hoogleraar; prof; professor; wetenschapper; wijze
érudit hooggeleerde; hoogleraar; prof; professor
ModifierRelated TranslationsOther Translations
cultivé belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld beleefd; beschaafd; fatsoenlijk; geciviliseerd; gecultiveerd; geleerd; gemanierd; intelligent; netjes; ontgonnen; ontwikkeld; slim; voorkomend; welgemanierd; wellevend; welopgevoed; wijs
instruit belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld beleefd; beschaafd; gemanierd; voorkomend; wellevend; welopgevoed
lettré belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld
qui a beaucoup lu belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld
qui a fait des études supérieures belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld akademisch
sage belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld bedachtzaam; braaf; braafjes; correct; deugdzaam; doordacht; eerlijk; fideel; lief; nadenkend; openhartig; oprecht; pienter; raadzaam; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; rondborstig; trouwhartig; verstandig; voorbeeldig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig; zoet
savant belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld geleerd; intelligent; knap; slim; wijs
très savant belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld
érudit belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld geleerd; intelligent; slim; wijs

gestudeerd form of studeren:

studeren verb (studeer, studeert, studeerde, studeerden, gestudeerd)

  1. studeren (leren; blokken)
    étudier; faire des études
    • étudier verb (étudie, étudies, étudions, étudiez, )

Conjugations for studeren:

o.t.t.
  1. studeer
  2. studeert
  3. studeert
  4. studeren
  5. studeren
  6. studeren
o.v.t.
  1. studeerde
  2. studeerde
  3. studeerde
  4. studeerden
  5. studeerden
  6. studeerden
v.t.t.
  1. heb gestudeerd
  2. hebt gestudeerd
  3. heeft gestudeerd
  4. hebben gestudeerd
  5. hebben gestudeerd
  6. hebben gestudeerd
v.v.t.
  1. had gestudeerd
  2. had gestudeerd
  3. had gestudeerd
  4. hadden gestudeerd
  5. hadden gestudeerd
  6. hadden gestudeerd
o.t.t.t.
  1. zal studeren
  2. zult studeren
  3. zal studeren
  4. zullen studeren
  5. zullen studeren
  6. zullen studeren
o.v.t.t.
  1. zou studeren
  2. zou studeren
  3. zou studeren
  4. zouden studeren
  5. zouden studeren
  6. zouden studeren
en verder
  1. ben gestudeerd
  2. bent gestudeerd
  3. is gestudeerd
  4. zijn gestudeerd
  5. zijn gestudeerd
  6. zijn gestudeerd
diversen
  1. studeer!
  2. studeert!
  3. gestudeerd
  4. studerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

studeren [znw.] noun

  1. studeren (leren; blokken; bekwamen)

Translation Matrix for studeren:

NounRelated TranslationsOther Translations
action d'étudier bekwamen; blokken; leren; studeren
VerbRelated TranslationsOther Translations
faire des études blokken; leren; studeren
étudier blokken; leren; studeren bestuderen; controleren; doornemen; doorvorsen; instuderen; leerstof erin stampen; leren; lezen; nagaan; nakijken; naspeuren; nasporen; navorsen; onderwijzen; onderzoeken
- bestuderen

Synonyms for "studeren":


Related Definitions for "studeren":

  1. ervoor zorgen dat je er meer over aan de weet komt1
    • we studeerden op de gebruiksaanwijzing1
  2. er onderwijs in volgen1
    • hij studeert voor procesoperator1
  3. oefenen in het bespelen1
    • de pianist studeert elke dag vier uur1

Wiktionary Translations for studeren:

studeren
verb
  1. het volgen van een opleiding en verwerven van kennis, gewoonlijk aan een universiteit als voornaamste bezigheid
studeren
verb
  1. Traductions à trier suivant le sens

Cross Translation:
FromToVia
studeren étudier study — to revise/review materials
studeren étudier studieren — (transitiv) (intransitiv) eine Hochschulausbildung machen, Student sein; an einer Hochschule Themen und Methoden eines oder mehrerer Fachgebiete erlernen