Summary


Dutch

Detailed Translations for inburgeren from Dutch to French

inburgeren:

inburgeren verb (burger in, burgert in, burgerde in, burgerden in, ingeburgerd)

  1. inburgeren (gewend raken)
    acclimater; s'adapter; s'habituer; s'intégrer; naturaliser; s'acclimater
    • acclimater verb (acclimate, acclimates, acclimatons, acclimatez, )
    • s'adapter verb
    • s'habituer verb
    • naturaliser verb (naturalise, naturalises, naturalisons, naturalisez, )

Conjugations for inburgeren:

o.t.t.
  1. burger in
  2. burgert in
  3. burgert in
  4. burgeren in
  5. burgeren in
  6. burgeren in
o.v.t.
  1. burgerde in
  2. burgerde in
  3. burgerde in
  4. burgerden in
  5. burgerden in
  6. burgerden in
v.t.t.
  1. ben ingeburgerd
  2. bent ingeburgerd
  3. is ingeburgerd
  4. zijn ingeburgerd
  5. zijn ingeburgerd
  6. zijn ingeburgerd
v.v.t.
  1. was ingeburgerd
  2. was ingeburgerd
  3. was ingeburgerd
  4. waren ingeburgerd
  5. waren ingeburgerd
  6. waren ingeburgerd
o.t.t.t.
  1. zal inburgeren
  2. zult inburgeren
  3. zal inburgeren
  4. zullen inburgeren
  5. zullen inburgeren
  6. zullen inburgeren
o.v.t.t.
  1. zou inburgeren
  2. zou inburgeren
  3. zou inburgeren
  4. zouden inburgeren
  5. zouden inburgeren
  6. zouden inburgeren
diversen
  1. burger in!
  2. burgert in!
  3. ingeburgerd
  4. inburgerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for inburgeren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
acclimater gewend raken; inburgeren
naturaliser gewend raken; inburgeren naturaliseren
s'acclimater gewend raken; inburgeren acclimatiseren; inpassen; wennen; zich thuisvoelen
s'adapter gewend raken; inburgeren acclimatiseren; inpassen; wennen; zich thuisvoelen
s'habituer gewend raken; inburgeren aanwennen; eigenmaken; gewend raken; gewennen; leren
s'intégrer gewend raken; inburgeren fuseren; ineensmelten; integreren; samensmelten; tot een eenheid worden; versmelten