Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. inslag:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for inslag from Dutch to French

inslag:

inslag [de ~ (m)] noun

  1. de inslag (inborst; karakter; mentaliteit; )
    la nature; la poitrine; l'âme; le caractère; le tempérament; le buste

Translation Matrix for inslag:

NounRelated TranslationsOther Translations
buste aard; geaardheid; gemoed; inborst; inslag; karakter; mentaliteit; natuur bovenlichaam; bovenlijf; buste; tiet; vrouwenborst
caractère aard; geaardheid; gemoed; inborst; inslag; karakter; mentaliteit; natuur aandrift; aard; daadkracht; eigenschap; energie; esprit; fut; geaardheid; gemoedstoestand; geneigdheid; gezindheid; hang; inborst; inclinatie; karakter; karaktereigenschap; karakterisering; karakteristiek; karaktertrek; kenmerk; kracht; kwalititeit; letter; lettersoort; letterteken; lettertype; momentum; natuur; neiging; persoonlijkheid; puf; stemming; teken; typering; werklust; ziel
nature aard; geaardheid; gemoed; inborst; inslag; karakter; mentaliteit; natuur aard; geaardheid; gemoedstoestand; geneigdheid; gezindheid; hang; inborst; inclinatie; karakter; karaktereigenschap; karaktertrek; kenmerk; kwalititeit; natuur; neiging; soort; stemming; ziel
poitrine aard; geaardheid; gemoed; inborst; inslag; karakter; mentaliteit; natuur borst; borstkassen; buste; ribbenkasten; tiet; vrouwenborst
tempérament aard; geaardheid; gemoed; inborst; inslag; karakter; mentaliteit; natuur geaardheid; gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; gemoedstoestand; geneigdheid; gezindheid; hang; inborst; inclinatie; karakter; karaktereigenschap; karaktertrek; kenmerk; kittigheid; kwalititeit; natuur; neiging; persoonlijkheid; stemming; temperament; vurigheid
âme aard; geaardheid; gemoed; inborst; inslag; karakter; mentaliteit; natuur aandrift; daadkracht; energie; esprit; fut; geest; geestverschijning; gemoedstoestand; kracht; momentum; puf; schim; spook; spookverschijning; stemming; verschijning; werklust; ziel
ModifierRelated TranslationsOther Translations
nature gaaf; kuis; maagdelijk; onaangeraakt; onbevlekt; ongerept; onschuldig; pure; puur; rein; virginaal; zuiver; zuivere

Wiktionary Translations for inslag:

inslag
noun
  1. draden van het weefgetouw
inslag
noun
  1. bord d’une toile ou d’une étoffe replié et cousu, pour empêcher qu’elle ne s’effiler.
  2. text|fr fils horizontaux qui s’entrelacer avec la chaine.

Cross Translation:
FromToVia
inslag impact impact — the force or energy of a collision of two objects
inslag chaîne weft — horizontal threads
inslag chaîne woof — set of yarns placed crosswise in a loom