Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. kapot scheuren:


Dutch

Detailed Translations for kapot scheuren from Dutch to French

kapot scheuren:

kapot scheuren verb

  1. kapot scheuren (verscheuren)
    déchirer; déchiqueter; lacérer; dévorer
    • déchirer verb (déchire, déchires, déchirons, déchirez, )
    • déchiqueter verb (déchiquette, déchiquettes, déchiquetons, déchiquetez, )
    • lacérer verb (lacère, lacères, lacérons, lacérez, )
    • dévorer verb (dévore, dévores, dévorons, dévorez, )

Translation Matrix for kapot scheuren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
déchiqueter kapot scheuren; verscheuren aan flarden scheuren; uit elkaar rukken; uit elkaar trekken; uiteentrekken; verscheuren
déchirer kapot scheuren; verscheuren aan flarden scheuren; afbreken; afrukken; afscheuren; breken; ergens uitscheuren; inscheuren; kapottrekken; losrukken; losscheuren; lostrekken; neerhalen; omverhalen; openrijten; openscheuren; rijten; scheuren; slopen; stuk scheuren; stuktrekken; uit elkaar halen; uit elkaar rukken; uit elkaar trekken; uiteentrekken; uitrukken; uitscheuren; verscheuren
dévorer kapot scheuren; verscheuren aan flarden scheuren; bikken; bunkeren; consumeren; doorslikken; ergens uitscheuren; eten; naar binnen werken; nuttigen; onfatsoenlijk eten; opeten; oppeuzelen; opvreten; schransen; schrokken; slikken; tegoed doen; tot zich nemen; uit elkaar rukken; uit elkaar trekken; uiteentrekken; verorberen; verscheuren; verslinden; verzwelgen; vreten; zitten proppen
lacérer kapot scheuren; verscheuren aan flarden scheuren; kapottrekken; stuktrekken; uit elkaar rukken; uit elkaar trekken; uiteentrekken; verscheuren

Related Translations for kapot scheuren