Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. koketteren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for koketteren from Dutch to French

koketteren:

koketteren verb (koketteer, koketteert, koketteerde, koketteerden, gekoketteerd)

  1. koketteren
    flirter; plaire; coqueter; faire la coquette
    • flirter verb (flirte, flirtes, flirtons, flirtez, )
    • plaire verb (plais, plaît, plaisons, plaisez, )
    • coqueter verb (coquette, coquettes, coquetons, coquetez, )

Conjugations for koketteren:

o.t.t.
  1. koketteer
  2. koketteert
  3. koketteert
  4. koketteren
  5. koketteren
  6. koketteren
o.v.t.
  1. koketteerde
  2. koketteerde
  3. koketteerde
  4. koketteerden
  5. koketteerden
  6. koketteerden
v.t.t.
  1. heb gekoketteerd
  2. hebt gekoketteerd
  3. heeft gekoketteerd
  4. hebben gekoketteerd
  5. hebben gekoketteerd
  6. hebben gekoketteerd
v.v.t.
  1. had gekoketteerd
  2. had gekoketteerd
  3. had gekoketteerd
  4. hadden gekoketteerd
  5. hadden gekoketteerd
  6. hadden gekoketteerd
o.t.t.t.
  1. zal koketteren
  2. zult koketteren
  3. zal koketteren
  4. zullen koketteren
  5. zullen koketteren
  6. zullen koketteren
o.v.t.t.
  1. zou koketteren
  2. zou koketteren
  3. zou koketteren
  4. zouden koketteren
  5. zouden koketteren
  6. zouden koketteren
diversen
  1. koketteer!
  2. koketteert!
  3. gekoketteerd
  4. koketterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for koketteren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
coqueter koketteren aanstaan; behagen; bevallen; gelieven; plezieren
faire la coquette koketteren aanstaan; behagen; bevallen; gelieven; plezieren
flirter koketteren aan de scharrel zijn; aanstaan; behagen; bevallen; flirten; gelieven; lonken; plezieren; scharrelen; sjansen
plaire koketteren aanstaan; behagen; bekoren; believen; bevallen; gelieven; goeddunken; plezieren

Wiktionary Translations for koketteren:

koketteren
verb
  1. behaagziek zijn